broedvogel 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een broedvogel…
is een vogel; is een dier
- [Gedrag] broedt ergens of pleegt ergens te broeden
Algemene voorbeelden
Tot de jaarlijkse broedvogels op het domein behoren de Fuut, de Bergeend, de Tapuit en de Kluut.
Broedvogels in het hoge noorden arriveren daar pas begin juni, terwijl vrouwtjes aan het eind van die maand wegtrekken en het broeden en verzorgen van de jongen overlaten aan hun wederhelft.
Het paaigebied, dat in verband met de rust voor de broedvogels in het terrein begin april klaar moet zijn, bestaat uit een groot aantal naast elkaar gegraven sloten met een totale lengte van royaal 1100 meter.
Wat betreft het voorkomen van deze steltloper in Katwijk heb ik de volgende informatie gevonden. In mei 1873 zijn er drie exemplaren (een mannetje en twee vrouwtjes) in Berkheide geschoten. Deze waarnemingen zouden erop kunnen duiden dat de vogel toen een broedvogel hier was.
Het moge duidelijk zijn dat nestinspectie onder de spiedende blik van een predator achterwege moet blijven. Bedenk verder dat een weggejaagde broedvogel niet altijd direct naar het nest terugkeert. Het nest blijft dus tijdelijk onbewaakt achter, en is dan extra kwetsbaar voor predatie.