bromvlieg


bromvlieg 1.0

afbeelding

Bron: Chris Moody
( CC BY-NC 2.0 )

grote, dikke vlieg die vaak binnenshuis wordt aangetroffen en die bij het vliegen een karakteristiek vrij luid brommend geluid maakt
Het woord wordt gebruikt voor een aantal sterk op elkaar lijkende en voor de leek nauwelijks te onderscheiden, maar biologisch verschillende soorten.

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een bromvlieg…

is een vlieg; is een insect; is een dier

  • [Afmeting] is, afhankelijk van de soort, tot 1,5 cm lang
  • [Geluid] bromt; maakt bij het vliegen een vrij luid brommend geluid, dat wel eens met de klank van een contrabas wordt vergeleken
  • [Kleur] heeft meestal een donker lichaam met een blauwgroene glans
  • [Bouw] is ongewerveld; heeft zes poten
  • [Deel] heeft sterk gereduceerde antennes
  • [Voortplanting] legt eieren in vlees
  • [Plaats] wordt vaak in huis aangetroffen
  • [Gedrag] is een planteneter en een aaseter; legt zijn eitjes vaak in vlees dat daarna als voedsel gebruikt wordt door de larven die er uit voortkomen
  • [Onderscheid of tegenstelling] is groter en dikker dan een gewone huisvlieg
  • [Verscheidenheid] komt voor in ongeveer 1100 soorten

Rijk Animalia; Dieren
Stam Arthropoda; Geleedpotigen
Klasse Insecta; Insecten
Orde Diptera; Tweevleugeligen
Familie Calliphoridae

Algemene voorbeelden


Hij zag de grote bromvliegen echter wel, die op de mest en de natte modder waren afgekomen.

http://www.20six.nl/Tipo/archive/2004/07/,

Nu eens drong er een huisvlieg of een bromvlieg de flat binnen, dan een mug, bij uitzondering een langpootmug.

Arend, Stefan Brijs,

Papa was niet kwaad geworden toen hij haar daar zag zitten, met zijn mappen rond haar verspreid op de grond en de kist opengesperd als de mond van een pad die een bromvlieg op wou slokken.

Open gelijk een mond, Jeroen Olyslaegers,

Woordfamilie


Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen


Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen