broodmager


broodmager 1.0

( Gezegd van personen en dieren)
heel erg mager; zeer mager; graatmager

Algemene voorbeelden


Op de Fiera in Milaan hangt een affiche waarop enkele createurs een verklaring afleggen: nooit hebben zij van modellen geëist dat ze broodmager zouden zijn.

De Standaard,

Hoewel fragiel, was ze niet zo broodmager als fotomodellen plegen te zijn, integendeel, haar figuurtje was plezierig gevuld.

De Cock en de dode harlekijn, Appie Baantjer,

Ze waren broodmager, droegen oude vodden en liepen met kaarsrechte rug.

Het licht van vroeger dagen, Arthur C. Clarke & Stephen Baxter,

Met drugs en drank samen werd ze broodmager, tot ze in elkaar gestort zich bij ons, dat wil zeggen bij Mini, voor een rustkuur aanmeldde.

In liefdesnaam, Adriaan van der Veen,

Combinatiemogelijkheden


met substantief


  • een broodmager kind
  • een broodmager meisje
  • een broodmagere heer
  • een broodmagere jongen
  • een broodmagere man
  • een broodmagere vent
  • een broodmagere vrouw

Beneden haar woonde Brenda, een broodmager meisje dat zichzelf uithongerde door niets binnen te houden.

Alle vogels van de wereld, Daphne Buter,

De stemming slaat drastisch om als er – op een meter of veertig, vijftig achter jullie – een patrouillewagen abrupt met veel opwaaiend stof tot stilstand komt. Eruit springt een broodmagere vent in uniform, die iets onverstaanbaars roept.

Cherry, Mary Karr,

Er is een hartverscheurend beeld van een broodmagere vrouw, die arriveert op het Centraal Station, uit Bergen-Belsen, alleen, met een bundeltje onder haar arm.

NRC,

De stewardess bleef echter whisky brengen en mijn buurman, een broodmagere heer met een goochelaarspak aan, zijn hoge hoed lag in het rek, vertelde mij over de geheimen die hij in zijn ziel bewaarde.

De doosjesvuller en andere vondsten, Janwillem van de Wetering,

In de achterkamer maakt een agente polaroidfoto's van zijn gasten - een Surinaamse dame in ochtendjas, die naar eigen zeggen "even een theezakje kwam lenen" en een broodmagere jongen.

NRC,

Ze was in gesprek met een broodmagere man met een doodsbleek, uitgeteerd gezicht, die in een rolstoel zat.

Beschreven blad, Remco Campert,

  • een broodmager kuikentje
  • een broodmagere geit
  • broodmagere hondjes

Door het heldere water zie je de vruchtbare modder stil bezonken liggen alsof het in plastic gegoten is. Eenzame bananebomen met franje van gescheurde bladeren op de dijkjes. Een kleine witte moskee met een uivormig torentje van blik tussen een groep kokospalmen. Eronder een broodmagere geit aan een touw.

De kus, Jan Wolkers,

Broodmagere hondjes verdedigen keffend de verlaten woningen van Colonia Morelia tegen het onverwachte bezoek.

NRC,

Nu nog kan ik het gezicht, of de hand, van Ligthart aanraken en ook niets anders verlangen dan hem daar te mogen aanraken, heel licht, omdat enige druk of aandrang al te veel zou zijn voor het duidelijk voelbare, nietige lijfje van de liefde, dat ik in leven wil houden zoals je een vlam in leven houdt, of een kaal en plukkerig, broodmager kuikentje: één kwaadaardige trilling van de aanstormende wil – en weg is het.

Het nietigste, Marie Kessels,

met ander, nevengeschikt adjectief


  • broodmager en lijkbleek
  • krom en broodmager

Er komt een aantal gasten nieuwsgierig voorbij schuifelen. Ze zijn zonder uitzondering broodmager en lijkbleek.

Zadelpijn en ander damesleed, Liza van Sambeek,

Hij was niet zeer oud, maar krom en broodmager.

Het damesorkest en andere stadsverhalen, Herman Pieter de Boer,

  • dik of broodmager

Dik of broodmager, hoogzwanger of bejaard, je komt er voor de gezelligheid, en om met vrouwen onder elkaar te zijn.

NRC,