bruinbrood 1.0
((vooral) in Nederland. De aaneengeschreven vorm is niet gebruikelijk in België.)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Bruinbrood…
is brood; is voedsel
- [Kleur] is bruin
- [Ingrediënt] is deels bereid uit fijngezeefd tarwemeel en deels uit ongezeefd volkorenmeel
Algemene voorbeelden
Ik hoef maar één wit stukje stokbrood voor het ontbijt, en een lekker grote café au lait. Eigenlijk moeten we bruinbrood eten. Na twee dagen begint het gejammer van de dames over verstopping, opgezette buiken, en vieze winden in bed. Wanneer we gewoon bruin eten, gebeurt dat niet. Een ander voordeel van bruinbrood is, dat je veel langer goede bloedsuikerspiegels houdt. Witbrood is zo weg, en voor je het weet heb je een hongerklap: je wordt duizelig en trillerig, je zweet, en je raakt prikkelbaar.
Elementair is een indeling in tarwebloem (voor wit brood), tarwemeel (voor bruinbrood) en volkorentarwemeel (voor volkorenbrood).
Camiel lust geen bruinbrood en als hij groente eet zit die meestal in een loempia van Nam Kee.
"Het nieuwe devies is stevig, vezelrijk bruinbrood", schreef men in 1990.
bruinbrood 1.1
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 1.1 |
---|
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een bruinbrood…
is een brood; is een zaak
Algemene voorbeelden
De bakker verkoopt 40 witbroden en 50 bruinbroden. Toen de bruinbroden op waren en klanten toch naar bruinbrood bleven vragen, zijn 5 klanten teleurgesteld zonder een brood de deur uitgegaan; 5 andere klanten hebben uit nood een witbrood gekocht.