buspassagier


buspassagier 1.0

iemand die als passagier meerijdt met een bus

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een buspassagier…

is een persoon

  • [Middel] rijdt mee in een bus

    Algemene voorbeelden


    Op Westpoint wordt van vervoermiddel gewisseld; buspassagiers stappen over in de boot en andersom.

    http://www.industrieeltoerisme.nl/,

    We stellen bredere opstap-trottoirs voor, goed leesbare dienstaanwijzingen (grotere letter en beter symbolen toepassen) en meer letten op de veiligheid van de buspassagier bij het uitstappen.

    http://www.swwg.nl/okkernoot.html

    Combinatiemogelijkheden


    met adjectivisch tegenwoordig deelwoord


    • een wachtende buspassagier

    Staande op een bestelauto, in de dunne motregen, trekt hij vooral de aandacht van de wachtende buspassagiers, die overigens nog meer aandacht hebben voor de vele buitenlandse televisieploegen.

    NRC,

    • een opstappende buspassagier

    Door bijvoorbeeld 'aantallen in de gemeente opstappende buspassagiers' naast de mening van de burgers over het reizen per bus te leggen, kan een zo volledig mogelijk beeld verkregen worden van aspecten van openbaar vervoer in de gemeente.

    http://www.nautadevogel.nl/index-alt.htm,

    Woordfamilie


    Als deel van een afleiding