buurkat


buurkat 1.0

kat van de buren; kat uit de buurt; buurtkat

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een buurkat…

is een kat; is een dier

  • [Plaats] woont in de buurt; is van de buren

    Hoofdsemagram: kat


    Algemene voorbeelden


    Elke dag werkte hij een uurtje aan de vervolmaking van zijn tijgersluipgang, joeg buurkatten die vogelnesten kwamen uithalen ons erf af en kon na twee maanden het smeedijzeren tuinhek openen en sluiten met zijn oude springtechniek, die hij nog voortdurend verfijnde.

    De dood van mijn poes, Kees van Kooten,

    Woordfamilie


    Als deel van een afleiding