cafeïne 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Cafeïne…
is een stof
- [Kleur] is wit
- [Smaak] smaakt bitter
- [Vorm] is poedervormig
- [Ingrediënt] komt onder meer voor in koffie, thee, cola enz.
- [Soort] behoort tot de alkaloïden
- [Herkomst of oorsprong] is van plantaardige oorsprong
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] heeft een opwekkende, stimulerende werking en negatieve bijwerkingen
- [Gevolg of resultaat] leidt tot verhoogde activiteit en verminderde slaapbehoefte
Algemene voorbeelden
Cafeïne komt voor in planten, je zou het een 'natuurlijk' en dus ecologisch correct product kunnen noemen. Je vindt het in het bijzonder terug in koffie, thee, maté of thee uit Paraguay, kolanoot en ten slotte cacao. Het is een witte kristallijne stof, oplosbaar in water. Hij werd voor het eerst geïsoleerd uit koffie in 1820 en uit thee in 1827. Cafeïne is een zeer stabiele stof, vermits hij het 'branden' van de koffiebonen overleeft, dat wil zeggen: hij laat zich verwarmen aan de lucht bij tweehonderd graden.
Cafeïne, ook soms gekend als coffeïne of theïne - cafeine in het Engels, caféine in het Frans - is het actieve product in koffie. De stof zou een opwekkende invloed op het centrale zenuwstelsel en op het spierweefsel hebben, met betere waakzaamheid en grotere energieproductie als resultaat. Voor dat doel wordt koffie, véél koffie gedronken. Koffie of dus cafeïne zou echter ook een aantal negatieve kanten vertonen. Het zou onder andere hart- en vaataandoeningen, jicht en kanker veroorzaken en de cholesterol-huishouding negatief beïnvloeden. Cafeïne wordt daarom zowel aanbeden als verguisd.
De befaamde Japanse groene thee bevat in een gemiddeld kopje meer cafeïne dan eenzelfde hoeveelheid bruine of zwarte thee.
Door de stimulering van de psychomotorische centra veroorzaakt cafeïne slapeloosheid. Anderzijds bevordert hij de intellectuele activiteit en vermindert het gevoel van vermoeidheid. De stof wordt daarom gebruikt als geneesmiddel tegen ademhalings- en circulatiestoornissen. Cafeïne verhoogt de frequentie en de kracht van de hartslag, waarbij een verwijding van de hersenvaten, hart- en niervaten wordt veroorzaakt. Bovendien heeft hij een bescheiden diuretische (waterafdrijvende) werking.
Het aantreffen van het stimulerende middel cafeïne wordt niet bestreden, maar volgens de tuchtcommissie heeft de zwemster geen schuld. Gerasch kon de hoge dosering cafeïne slechts verklaren uit het feit dat ze op de dag van de wedstrijden acht koppen koffie had gedronken.