caseïne 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Caseïne…
is een kaasstof; is een stof
- [Geheel] is een bestanddeel van melk
- [Ontstaan] ontstaat door de inwerking van een eiwitsplitsend ferment op het door een zuur of stremsel uit melk neergeslagen melkeiwit caseïnogeen
- [Gebruikswijze] wordt onder meer gebruikt bij het maken van kaas, verwerkt in plaklijm om mee te behangen en
Algemene voorbeelden
Voor de kaasbereiding is caseïne van belang. Deze gaat over in de kaas. De serumeiwitten blijven achter in de wei. De caseïne bevatten vrij veel kalkzouten. Deze kalkzouten komen in de kaas terecht en neutraliseren daar het gevormde zuur.
Deze eerste schildering is gemaakt in een zuivere tempera. Door de aanwezigheid van eiwit of caseïne in het bindmiddel hechtte deze laag zich niet aan de grondlaag van de latere schildering.
Iedere Nederlandse kaas moet gemerkt zijn. Dat merken gebeurt door middel van het rijkskaasmerk: een velletje caseïne (een stof die ook uit melk wordt gewonnen) dat tijdens het productieproces wordt bevestigd en daarna één geheel vormt met de kaaskorst.
Woordfamilie
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
caseïne 1.1
Betekenisbetrekking
Specifiek | 1.0 : 1.1 |
---|
Algemene voorbeelden
Het samenklonteren van caseïne is een bijzonder proces. In gewone melk zweven caseïnen in de vorm van micellen in het melkvocht. Deze kleine eiwitdeeltjes met een diameter van ongeveer 100 nm zijn niet oplosbaar en vormen een suspensie.
De caseïnes vertegenwoordigen 82% van de koemelkeiwitten, terwijl ze maar voor 60% aanwezig zijn in menselijk moedermelk.