concertseizoen 1.0
jaarlijks terugkerende periode waarin concerten zijn gepland, veelal vanaf het najaar
tot voor de zomer
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een concertseizoen…
is een seizoen; is een periode; is een tijd
- [Deel] bestaat uit een opeenvolging van geplande concerten
- [Frequentie] keert jaarlijks terug
- [Tijd] vindt veelal plaats vanaf het najaar tot voor de zomer
- [Object betroffen] heeft betrekking op concerten
Algemene voorbeelden
In het concertseizoen (september t/m mei) worden maandelijks concerten georganiseerd op de diverse orgels in het land, met de beste organisten uit binnen- en buitenland.
September, de start van een nieuw concertseizoen bij Bozar Music.
Verder brengen we een overzicht van het jaarprogramma van het Koninklijk Filharmonisch Orkest van Vlaanderen, dat met een serie uiterst spitante foto's zijn gedurfde programmatie voor het komende concertseizoen onderstreept.