deelkast


deelkast 1.0

(neologisme)

kast in de openbare ruimte waarin mensen spullen kunnen neerzetten die ze willen weggeven; weggeefkast

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een deelkast…

is een kast; is een meubel; is een voorwerp

      Algemene voorbeelden


      De planken waren meteen goed gevuld, met vooral soep, blikgroenten en hygiëne-producten. "Dit helpt mensen net hun dag of weekend door." Waar de minibiebs, kastjes met tweedehands boeken langs een straat, al jarenlang een bekend gezicht zijn, duiken in het straatbeeld nu ook deelkasten gevuld met levensmiddelen op. In een tijd waarin de kosten voor al levensonderhoud ongekend hard stijgen, zijn er immers steeds meer mensen die elke euro om moeten draaien om eten en andere noodzakelijke producten te kopen. Kerkleden en buurtbewoners in Zeist hebben dan ook de handen ineengeslagen voor het opzetten van een deelkast.

      Algemeen Dagblad,

      Zelf koopt ze iedere week voor 7 euro aan artikelen voor in de deelkast. "Dat doe ik ook om te testen waaraan behoefte is, wat snel weg is. Daarom weet ik dat producten voor de persoonlijke hygiëne, denk aan shampoo of een doosjes tampons, en schoonmaakmiddelen erg gewaardeerd worden." Dat er in de deelkast ook spulletjes staan om het huis te verfraaien, heeft voor Bouman een duidelijke reden. "Mensen die het minder breed hebben, kunnen vaak basisbehoeften kopen. Maar het is fijn om af en toe iets leuk in je huis te zetten. Dat maakt van je huis meer een thuis."

      Algemeen Dagblad,

      Woordfamilie


      Als deel van een afleiding


      Overige woordfamilieleden


      Etymologie


      Aard herkomst inheems woord
      Vroegste datering 2013
      Samenhangende woorden (betekenis) boekentil; deeleconomie; groenbieb; minibieb; MUP; sociale koelkast; weggeefwinkel