dikkop


dikkop 1.0

(pejoratief)

iemand met een groot hoofd
Ook gebruikt als scheldwoord.

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een dikkop…

is een persoon

  • [Uiterlijk] heeft een (buitengewoon) groot hoofd
  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] heeft vaak ook een fors postuur
  • [Geslacht] is doorgaans een man

    Algemene voorbeelden


    Gonzalez reed op die 14de juli 1951 pas zijn tweede race voor de Italiaanse renstal. Hij leek in niets op de huidige generatie Formule 1-coureurs. Zijn bijnaam was treffend: de stier van de pampa's. Een papzak, met armen zo dik als boomstammen. Een mollig gezicht als dat van een schrokop met flink overgewicht. 'Cabezon', dikkop, werd hij daarom ook wel eens genoemd.

    De Limburger,

    Jack verfde fluitend al het houtwerk van ons huis. Tussendoor kroop hij in de kersenboom als een hyperkinetische aap. Hij haalde behendig een vogelnest leeg en slurpte aan de eieren. Van boven riep hij ons zoontje toe: 'Dikzak, dikkop, rossekop! Pikkendief!' Spottend en klokkend dronk hij daarboven zijn Stellaflesjes leeg, vertelde grappen over domme blondjes en toen het regende, behing hij onze hal met ingewikkelde rode bloemen.

    Acacialaan, Koen Peeters,

    dikkop 1.1

    iemand die dwarsligt; iemand die koppig is; dwarskop; dwarsligger; koppigaard

    Semagram (extra betekenisinformatie)


    Een dikkop…

    is een persoon

    • [Geslacht] is doorgaans een man
    • [Gedrag] gedraagt zich koppig

      Algemene voorbeelden


      Verstrijen stond op het putdeksel te blauwbekken. Baltus liet op zich wachten. Hij had natuurlijk weer iemand getroffen tegen wie hij zijn gal kon spuwen over de koppelbaasaffaire. Alsof er niks anders was om je druk over te maken. Het werd hem te gek. Straks kreeg hij nog een longontsteking, alleen doordat die dikkop de kantjes eraf liep. Hij ging hem halen.

      De val, Marga Minco,

      dikkop 2.0

      afbeelding

      Bron: Steve Garvie
      ( CC BY-NC-SA 2.0 )

      dier met een grote kop

      Semagram (extra betekenisinformatie)


      Een dikkop…

      is een dier

      • [Uiterlijk] heeft een grote kop, een dikke kop

        Algemene voorbeelden


        Ik was niet in staat om die blinde roze smoeltjes van de vurige tepeltjes te trekken en die wriemelende spierrolletjes te laten verdwijnen in een emmer lauw water. Dan had ik Voske nooit meer aan durven kijken. Maar binnen korte tijd was mijn kamer zo'n wee schilderij van met bollen wol spelende katjes [...]. Gelukkig was het gezond en schitterend nakroost dat ik, toen de tijd daarvoor gekomen was, aan mijn vrienden en kennissen kwijt kon als warme broodjes [...]. Maar voor er goed en wel een jaar was verstreken zat ze weer met zo'n grommende dikkop onder de bouwkeet. Deze keer ging de baring minder soepel.

        De Junival, Jan Wolkers,

        dikkop 2.1

        afbeelding

        Bron: P. Brundel
        ( CC BY-SA 3.0 )

        ((vooral) in België)

        larve van een kikker of pad met een dikke kop, een rond lijf en een lange, zijdelings afgeplatte staart die verkeert in het ontwikkelingsstadium dat volgt op het embryonale stadium (kikkerdril) en voorafgaat aan volwassenheid; kikkervisje; dikkopje; donderkopje; paddenlarve

        Semagram (extra betekenisinformatie)


        Een dikkop…

        is een kikker; is een amfibie; is een dier

            Algemene voorbeelden


            Hoewel er een importverbod is op de Amerikaanse stierkikker, verkopen tuincentra de larven ervan vaak onder een andere naam. Het zijn enorme dikkoppen, die voor de liefhebber zeer aantrekkelijk zijn. Echter, wanneer de dikkop zich tot kikker heeft ontwikkeld trekken vele dieren weg van de oorspronkelijke vijver en komen zo in de natuur terecht, met alle nefaste gevolgen voor onze inheemse fauna.

            http://www.natuurwetenschappen.be/science/actus/present/archives/brulkikker/,

            dikkop 3.0

            ((vooral) in België)

            flinke borrel; grote borrel

            Semagram (extra betekenisinformatie)


            Een dikkop…

            is een borrel; is een drank

                Algemene voorbeelden


                Maar wie omstreeks 1880 in Gent een martiko bestelde, kreeg een borrel. In Gelderland vroeg men indertijd om een batschen hond. Ook het formaat van de borrel heeft tot veel namen geleid. Hierdoor zijn bijvoorbeeld ontstaan: dikkop, dreupel, druppel of hap(pie), kwak(ske) en scheut.

                De Standaard,

                Combinatiemogelijkheden


                als object bij een werkwoord


                • een dikkop drinken
                • dikkoppen drinken

                Iemand die thuis een nering had, deed er al gemakkelijk een cafeeke bij. Zo was bijvoorbeeld Toon Luyten in het Moleneinde wagenmaker. In zo'n café stond een toogske met een paar flessen bier en je kon er een borreltje drinken, een dikkop zoals wij zeiden. Als er iemand kwam en moest wachten, dan dronk hij wat.

                http://users.skynet.be/Ravels-Weelde-Poppel/nieuwe_pagina_1483.htm

                In de Straat woonden vroeger twee kasteleins die om de beurt bij elkaar een paar dikkoppen kwamen drinken. Wanneer er afgerekend moest worden, haalde degene die bij de andere op bezoek was, een muntstuk van 5 centimes uit zijn vestjeszak tevoorschijn en betaalde. De keer daarop herhaalde dit ritueel zich in het café van de ander. Op deze manier betaalden ze elkaar een jaar lang om de beurt met hetzelfde muntstuk.

                http://users.skynet.be/Ravels-Weelde-Poppel/nieuwe_pagina_1483.htm