disgenoot


disgenoot 1.0

iemand met wie men aan dezelfde tafel eet; iemand die aan dezelfde tafel zit bij het eten; iemand met wie men van dezelfde maaltijd geniet; tafelgenoot

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een disgenoot…

is een persoon

  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] zit aan dezelfde tafel bij het eten

    Algemene voorbeelden


    Als ze heel erg wil uitpakken met dit huiselijke toetje, weekt ze de rozijnen in Beaume de Venise maar in de regel zet ze haar disgenoten gewoon de luxe versie voor.

    NRC,

    Alle disgenoten hielden het bij een pizza.

    http://www.schamper.rug.ac.be/schamper408/408-restaurant.html

    Niet meer zo als vroeger toen die lui altijd tijdens het diner belden (je at om zes uur) en bleven aandringen tot je ja zei, omdat anders het eten koud werd of een disgenoot van je toetje zat te snoepen.

    NRC,

    Combinatiemogelijkheden


    met adjectivisch voltooid deelwoord


    • een verzadigde disgenoot

    Een middagmaal met veel gasten in de binnengalerij, waarschijnlijk genomen aan het dessert; de glazen geheven, de servetten al verfrommeld naast de borden, de dubbele rij gezichten van de duidelijk verzadigde disgenoten allemaal lachend gekeerd naar de fotograaf.

    Sleuteloog, Hella S. Haasse,

    Woordfamilie


    Als deel van een afleiding