domoor 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een domoor…
is een persoon
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] heeft iets doms gedaan of gezegd; is dom of doet dom; wordt dom gevonden
Algemene voorbeelden
Boezemvriend en vaste kamergenoot Alex Zülle was de eerste die hoogte kreeg van de transferplannen van Bruyneel. "Alex had er flink de pest in, zag me liever blijven", zucht Johan Bruyneel. "Uiteindelijk gaf hij toe dat alleen een domoor de kans niet zou grijpen die ik kreeg. Je kan niet aan anderen blíjven denken."
Net nu ik ga scheiden heb ik het geluk gehad om deze on-ge-lo-fe-lij-ke man te leren kennen. Wat is zijn terrein, denk je?' 'Ik weet het niet. Bedoel je zijn huis of zijn kantoor?' 'Nee, domoor. Ik bedoel welk terrein hij professioneel bestrijkt.'
"Zullen we de zalen met ridders gaan bekijken?' vroeg ik. "Dat zijn geen ridders, domoor,' zuchtte hij vermoeid. "Nou ja, ik bedoel die zalen met soldaten van Napoleon.'
Met een ander sprak ik af in een café. Ze leek mij aardig totdat ze zei: 'Joh, ik snap niet dat jij het hier uithoudt. Het regent vaak en de mensen zijn zo....' [...]. 'Zo ... wat?', interrumpeerde ik haar. Ze zuchtte en ging daarom over naar een ander onderwerp. Exit afspraak. 'Domoor noem niet meteen je achtergrond' adviseerde Alberto, een muzikant uit Mexico die in Amsterdam woont.
Tien weken geleden dacht ik: die Buikhuisen is wel slim, maar hij is slecht. Op het ogenblik, na al Buikhuisens publikaties gelezen te hebben, denk ik: hij is toch nog meer dom dan slecht. Ik heb niets tegen domoren. Maar waarom moet een domoor de juristen in Leiden (en dat worden onze rechters) gaan vertellen wat de criminele geest is?
Sommige mensen denken dat ze bijzonder en origineel zijn, zo verschrikkelijk anders dan anderen, en dat hun uniciteit een geschenk is van de lieve God of een beloning voor hun harde werken. Dat zijn praatjes voor domoren.
Combinatiemogelijkheden
met koppelwerkwoord
- een domoor zijn
- domoren zijn
"Maar zijn jij en Frits nog steeds vrienden? Want die Islam-discussie heb je in goede banen weten te brengen, maar wat ga je doen in de minderheden-discussie?" "Niets. Dat is niet mijn portefeuille, maar die van Rijpstra." "Maar die Rijpstra is een domoor. Trouwens: hij beledigt jou persoonlijk door het verband te leggen tussen migranten en criminaliteit." "In de politiek moet je er tegen kunnen."
'Wat zit er in die doos?' vroeg ik. 'Een presentje voor jou en als je oplettend bent, volgen er nog veel meer presentjes.' (Ook het woord 'presentje' vond nog die avond een plaatsje in mijn dagboek). 'Krijgen wij niks?' vroegen mijn broers. 'Nee, niks, jullie zijn ongeïnteresseerde domoren,' antwoordde mijn vader.