donderpad 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een donderpad…
is een vis; is een dier
- [Afmeting] is meestal minder dan 10 cm lang, maar de grootste soort wordt bijna 1 m lang
- [Kleur] is een gespikkelde vis met een kleur die afhangt van de ondergrond
- [Bouw] is gewerveld
- [Deel] heeft een brede kop met bolle ogen die zich hoog op de kop bevinden
- [Voortplanting] legt eiteren die vaak door het mannetje van zuurstof worden voorzien en bewaakt worden
- [Plaats] leeft in zoet, zout of brak water
- [Woongebied] komt voor in het hele Noordelijk halfrond en rond Nieuw-Zeeland
- [Ongewone of afwijkende eigenschap of hoedanigheid] heeft geen zwemblaas
- [Beweging] zwemt met schokkende bewegingen, omdat hij geen zwemblaas aanwezig heeft
- [Gedrag] is een vleeseter; verschuilt zich overdag op de bodem en zoekt 's nachts naar voedsel
- [Gelijkenis] lijkt door zijn brede kop en bolle ogen een beetje op een kikker of pad
- [Verscheidenheid] komt voor in 250 tot 300 soorten en heeft als bekendste soorten de rivierdonderpad, de gewone zeedonderpad en de beekdonderpad
Rijk | Animalia; Dieren |
---|---|
Stam | Chordata; Chordadieren |
Klasse | Actinopterygii; Straalvinnigen |
Orde | Scorpaeniformes; Schorpioenvisachtigen |
Familie | Cottidae; Donderpadden |
Algemene voorbeelden
De meeste duikers hebben wel eens een donderpad gezien. Hij is te herkennen aan zijn korte stevige lichaam, met een op een pad gelijkende kop. In de meeste gevallen zal dat de, in Zeeland voorkomende, zeedonderpad zijn geweest. De donderpadden zijn familieleden van de in het tropische water levende schorpioenvissen en de koraalduivels. Echter, de donderpad heeft ook een familielid in het Nederlandse zoete water, de 'rivierdonderpad'.
Op basis van een uitgebreid Europees taxonomisch en genetisch onderzoek dat recent is uitgevoerd, blijken in Europa 15 soorten donderpadden voor te komen waarvan 8 soorten nog niet eerder voor de wetenschap waren beschreven. De donderpad waarvan gedacht werd dat deze altijd in Nederland voorkwam, 'onze' rivierdonderpad Cottus gobio, blijkt op basis van dit onderzoek helemaal niet in Nederland voor te komen.
De rivierdonderpad is gemiddeld iets kleiner dan de beekdonderpad (gemiddeld circa 60 respectievelijk 75 millimeter). De maximaal gemeten lengtes liggen tussen de 10 en 15 cm. De brede afgeplatte kop en enorme bek, die in verhouding tot het kleine lijf te groot lijken, en de bolle grote 'kikkerogen' bovenop hun kop geven de donderpad een woest en voorhistorisch uiterlijk. De donderpad heeft twee aan elkaar grenzende rugvinnen, waarvan de achterste beduidend groter is dan de voorste.
Cottus is een geslacht van vissen in de familie van de donderpadden (Cottidae). FishBase onderscheidt 14 soorten in Europa, drie soorten in zowel Europa als West-Azië, 12 soorten in Azië en 31 soorten in Noord-Amerika van het geslacht Cottus (zoetwaterdonderpadden).
Wist je dat er in het Waddengebied, dat grote uitgestrekte natuurgebied, nog veel meer beestjes, vogels en vissen leven? Weet je bijvoorbeeld wat een priel is? Of een donderpad? Of lamsoor? Nee? Dan moet je zorgen dat je wad-o-loog wordt.
Wie de koude kan trotseren kan in de winter de donderpad zien bij zijn rood gekleurde eieren. Het mannetje houdt de wacht over het broedsel.