donkerharig 1.0
Algemene voorbeelden
Toen ik in groep vijf zat, liep ik op een zonnige woensdag achter een jonge donkerharige vrouw met een grote paarse zonnebril en een lange zwarte jas in de richting van Boone County Savings Bank.
Ik had een blik met heerlijke chocoladetoffees meegebracht [...]. Twee van onze dames bogen zich er verrukt over. Allebei mooi, jong, goedlachs en donkerharig zaten ze in diepe aandacht te turen en te twijfelen welke ze zouden pakken.
Ernesto was geliefd, bij alle dorpsbewoners, maar speciaal bij Désirée, een donkerharig meisje met lichtgrijze ogen en de dochter van Pito, de smid.
Blonde mensen ruiken anders dan donkerharige types.
Ara leeft op haar gevoel, houdt niet van denken en kan niet goed uit de voeten met de taal, blijkt verregaand woordblind, en is daarbij onthutsend groot, dik, log en donkerharig.
Aan de bar raakt ze in een heftig gesprek met een donkerharige jongen [...]. 'Blijf je nu even zitten?' vraagt hij als ze eindelijk terugkomt met bier en een jus. 'Dat was Abdel, ik krijg nog een geeltje van hem maar hij zegt dat hij het niet heeft, de zak.'
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
donkerharig 1.1
Algemene voorbeelden
Bij het zwartwild is het Europese wild zwijn met zijn regionale verschillen niet te verwarren met andere 'wilde zwijnen', die afstammen van verwilderde donkerharige tamme varkens, bijvoorbeeld uit Australië of de Filippijnen.