dorpswinkelier


dorpswinkelier 1.0

iemand die voor zijn beroep de dorpswinkel uitbaat; uitbater van een dorpswinkel

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een dorpswinkelier…

is een winkelier; is een persoon

  • [Toepassingsgebied of bereik] is iemand die voor zijn beroep de dorpswinkel uitbaat; is een uitbater van een dorpswinkel

    Algemene voorbeelden


    De ouderwetse dorpswinkelier kende zijn klanten en zijn klanten kenden hem. Bij de schuinsmarcherende ouderwetse dorpswinkelier leidde dat tot een hoop roddel en achterklap, maar dat gold ook voor de andere schuinsmarcherende dorpsbewoners.

    http://www.opinieleiders.nl/techlog/pivot/entry.php?id=1378&w=columns,

    Letist richtte zijn pijlen ook op de grote baanwinkels, type "Gouden Kruispunt" in Winge. "Ze zuigen de dorpen commercieel leeg. Tegen hun goedkope producten kan de dorpswinkelier niet op. De groten krijgen bovendien een pak sociale voordelen voor tewerkstelling."

    http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=G3IA181T,