drankje 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een drankje…
is een portie; is een hoeveelheid
- [Samenstelling] is een portie drank
- [Container] zit in een glas, een glaasje, een flesje, een blikje
Combinatiemogelijkheden
als object bij een werkwoord
- een drankje aanbieden
- een drankje drinken
- een drankje halen
- een drankje inschenken
- een drankje krijgen
- een drankje nemen
- een drankje nuttigen
- drankjes bestellen
- de drankjes betalen
- zijn eigen drankjes meenemen
De geheel in antraciet gedachte bedrijfsleider van auberge De Adelaar zag er persoonlijk op toe dat de dames de duurste drankjes bestelden; een glaasje jonge rode wijn van f 8,50 was wel het minste.
Tijdens het onderzoek stierven 1.206 mannen. Wie twee tot vier alcoholische drankjes per week nam, had 28 procent minder kans om te sterven dan gemiddeld. In welke vorm de drankjes waren, speelt geen rol, omdat een glas van wat dan ook ongeveer evenveel alcohol bevat; sterke dranken gaan in kleine glaasjes, Duits bier in hele grote.
met adjectief ervoor
- gratis drankjes
- een warm drankje
Gratis drankjes en een maaltijd aan boord zijn hierbij in begrepen.
met adjectivisch tegenwoordig deelwoord
- een verfrissend drankje
Omwikkeld door folie en een warmtedeken blijft u 20 minuten ontspannen liggen op de behandeltafel. Een verkwikkende douche, 30 minuten rust in de relaxruimte en een verfrissend drankje complementeren het geheel.
met ander, nevengeschikt substantief
- een babbel en een drankje
- een broodje en een drankje
- drankjes en gerechten
- een drankje en een hapje
- drankjes en hapjes
- een hapje en een drankje
- eten en drankjes
- een drankje of ijsje
- een drankje en een koekje
- drankjes en versnaperingen
- een kop koffie of thee of een drankje
- lunch en een drankje
- maaltijden en drankjes
- een snack of drankje
Dynamisch en serviceverlenend staat de VSB Bank op een strategische plaats in het dorp [...]. Zaterdag werd open huis gehouden. Onder het genot van een hapje en een drankje werden de vele belangstellenden rondgeleid in het nieuwe kantoor.
in voorzetselgroep
- iemand op een drankje trakteren
- iemand van een drankje voorzien
- onder het genot van een drankje
- van zijn drankje genieten
'Ik trakteer je op een drankje.'
Woordfamilie
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
drankje 2.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een drankje…
is een middel; is een vloeistof; is een stof
Algemene voorbeelden
Schappen vol bokalen en flessen, sommige vaal van het stof. Rijen vol likeuren uit godvergeten tijden en felgekleurde doosjes met tabletten, de zalven en drankjes van oom Werners informele apotheek vol dubieuze remedies tegen elk denkbaar kwaaltje.
Wanneer er geen problemen zijn met lekkage van de klep gaat het afbouwen van de beademing vlot. Daarna kunnen de ondersteunende infuusgeneesmiddelen worden gestopt of worden overgezet in poeders of drankjes. Uw kind kan dan worden overgeplaatst naar de verpleegafdeling. Als de klep lekt is het ontwennen van de beademing en het afbouwen van de medicijnen moeilijker en duurt het ook langer.
Combinatiemogelijkheden
als object bij een werkwoord
- een drankje bereiden
- een drankje innemen
- een drankje voorschrijven
Soms moest Hanna eruit om naar de plee te gaan. Op vijftien februari kwam ze er vandaan en vertelde ze Anna dat ze bloed verloor. De vroedvrouw keek tevreden en bereidde een drankje van kruiden met een samentrekkende werking. 'Nu moet je drinken, zodat het gaat beginnen. Het is goed dat het te vroeg is, dan is het kind nog niet zo groot.'
met adjectivisch tegenwoordig deelwoord
- een pijnstillend drankje
Misschien herinnert men zich grootmoeders pijnstillend drankje zo goed niet meer.
met voorzetselgroep
Voorzetsel: tegen
- een drankje tegen iets
Verscheidene klinieken gaan een nieuw drankje tegen de ziekte van Alzheimer testen. Gehoopt wordt dat het middel de ziekte in het beginstadium afremt.