econome


econome 1.0

vrouw die aan de universiteit economie heeft gestudeerd en zich hier vaak ook voor haar beroep mee bezighoudt; vrouw die is gespecialiseerd in de economie; vrouw die deskundig is in de economie; vrouwelijke econoom

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een econome…

is een vrouw; is een persoon

  • [Geslacht] is een vrouw

    Hoofdsemagram: econoom


    Algemene voorbeelden


    De econome verwacht dat over 1994 de groei net boven de drie procent zal uitkomen.

    NRC,

    De onstuimige, maar toch ook melancholieke Linde Wielantz, een econome met toekomst, merkt onverwachts aan ogenschijnlijke kleinigheden dat ze haar eindigheid in haar hart draagt.

    http://www.debezigebij.nl/web/Boek-5/9789023450344_De-econome.htm

    Miljoenen worden ieder jaar over de balk gegooid voor overheidscampagnes die geen of weinig effect hebben, volgens econome Marijke Kuiper.

    http://www.tappan.nl/tappan/werkterrein/publicaties.asp?id=13,