erkend onderwijs 1.0
(wetenschap; onderwijs en opvoeding)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Erkend onderwijs…
is onderwijs
- [Functie] dient om een getuigschrift of diploma te halen
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is goedgekeurd op basis van voorschriften en kwaliteitscriteria door een officiële erkenningsinstantie in eigen land
- [Belanghebbende of begunstigde] wordt gevolgd door leerplichtigen of studerenden
- [Handelende persoon] wordt ingericht door een onderwijsinstelling die erkende graden mag verlenen
Algemene voorbeelden
Om erkend onderwijs te kunnen verzorgen, moeten organisaties die dat wensen een rechtspersoon voor hoger onderwijs (rpho) worden. Een rpho is een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid die van de minister van OCW de bevoegdheid heeft gekregen om erkende graden te verlenen. Die graden worden verleend op basis van opleidingen die geaccrediteerd zijn door de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) en die verzorgd worden conform voorschriften in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW).
Erkend versus niet-erkend onderwijs. Zoals hierboven beschreven biedt zowel NCOI Groep als de LOI erkende HBO- en MBO-opleidingen aan. Opleidingen worden (wettelijk) erkend door de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO). De NVAO beoordeelt de kwaliteit van onderwijsinstellingen en verleent in dit kader zogenoemde accreditaties indien aan de vastgestelde kwaliteitseisen is voldaan. De NVAO beoordeelt iedere zes jaar opnieuw de kwaliteit van een opleiding. Wanneer de kwaliteit niet meer voldoet verliest een opleiding de status "erkend". Alleen erkende opleidingen mogen wettelijk erkende diploma's afgeven.
Zo mogen jeugdige werknemers onder meer op zon- en feestdagen werken: in de volgende ondernemingen die zich in badplaatsen, herstellingsoorden en toeristische centra bevinden: in kleinhandelszaken; kapsalons; ondernemingen van openbare vertoningen en vermakelijkheden en ondernemingen voor het verhuren van boeken, stoelen en vervoermiddelen, tijdens de Kerstvakantie, Paasvakantie en tijdens de periode vanaf de Pinksterzondag tot 30 september in het door de Staat georganiseerd, gesubsidieerd of erkend onderwijs.