escalope 1.0
stuk vlees, vis of vleesvervanger, uitgesneden of gevormd als een dunne lap met de
grootte van een eenmansportie, die als gerecht wordt gebakken
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een escalope…
is een stuk voedsel
- [Omvang concreet] heeft de grootte van een eenmansportie
- [Uiterlijk] is dun
- [Soort] is een stuk vlees of een stuk vis of een stuk vleesvervanger
- [Functie] dient als gerecht voor één persoon
- [Herkomst of oorsprong] is uitgesneden uit een mager en mals stuk vlees, of uit een visfilet of is gevormd uit een vleesvervangende stof
- [Behandeling of bewerking] wordt kort gebakken, zodanig dat hij aan de buitenkant bruin en binnenin gaar is
Algemene voorbeelden
Kalfslapjes zijn het meest verkochte stukje kalfsvlees. Je slager snijdt het dan ook van allerlei stukken. Een escalope hoort niet dikker dan één cm te zijn.
Kruid de escalopes van ganzenlever met peper en zout en bak ze in een droge, hete pan met antiaanbaklaag.
De zwezeriken in koud water leggen met zout, geregeld het water verversen zodat de zwezeriken mooi wit worden. Breng het water aan de kook met zout en laat ongeveer 2 min. blancheren. Onmiddellijk afspoelen met koud water. Verwijder nu de vliezen en snijd in gelijke escalopes.