flensje 1.0
Bron:
Placbo
(
CC BY-NC-SA 2.0
)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een flensje…
is een pannenkoek; is een lekkernij; is voedsel
- [Afmeting] is een klein, licht pannenkoekje
- [Smaak] smaakt meestal zoet; kan ook hartig zijn
- [Functie] wordt gegeten als lekkernij; dient als nagerecht (zoet) of als voorgerecht (hartig); is voedsel
- [Bereiding] wordt gemaakt door beslag te bakken in een koekenpan
- [Grondstof] wordt gemaakt van een beslag van bloem, melk, eieren en een beetje zout
- [Gebruikswijze] wordt soms gevuld, bijvoorbeeld met roomijs, kaas of zalm
Algemene voorbeelden
Nagerechten met vers fruit krijgen een extra frisse smaak door de toevoeging van goed gekoelde fruitbieren. Bijvoorbeeld fijngesneden perziken en abrikozen met perzikenbier. Ook in een sabayon bij ijs, flensjes of vruchtentaart. En ook in een bavarois of sorbet, komt het frisse, fruitige karakter van menig fruitbier goed tot z'n recht.
Zalmflensjes [...]. Dit voorgerecht kan van te voren gemaakt worden [...]. Elk flensje wordt besmeerd met een laagje crème fraîche waar fijngehakte dille door is geroerd. Op deze laag worden plakken gerookte zalm gelegd. Snijd de zalmplakken als ze over de randen van de flensjes vallen bij. Rol de flensjes op.
Combinatiemogelijkheden
als object bij een werkwoord
- flensjes bakken
Bak de flensjes in boter bij voorkeur in een pan met een anti-aanbaklaag.
met adjectief ervoor
- dunne flensjes
- fijne flensjes
- hartige flensjes
De dunne flensjes worden van het volgende beslag gemaakt: 150 gram bloem, 5 deciliter melk, 3 eieren, snufje zout. Maak een kuiltje in de bloem en giet hier al roerend steeds wat melk bij.
Met een beetje goede wil bak je in een wok de mooiste omeletten en de fijnste flensjes.
Flensjes gevuld met Zeevruchten (Crêpes farcies aux Fruits de Mer). Ingrediënten: 1/4 liter béchamelsaus - 16 mosselen - 25 gram kreeftepasta - 1 moot kabeljauw - 1 moot zalm - 1/4 liter veloutésaus - bloem - zout - citroensap - room - 4 hartige flensjes - cayennepeper. Bereiding: Bak vier hartige flensjes.
met adjectivisch voltooid deelwoord
- gevulde flensjes
- opgevouwen flensjes
Blikken soep, emmers huzarensalade, bitterballen, ijs, gevulde flensjes in diepvries, toiletpapier, waspoeders, servetten en tafellakens.
Bij het toetje – een opgevouwen flensje met iets romigs erin – hadden ze elkaar eindelijk bereikt in het om elkaar heen draaiende melkwegstelsel van pratende, lachende en dansende mensen.