pannenkoek


pannenkoek 1.0

rond, plat zoet baksel, gemaakt van een beslag van bloem, melk en eieren en belegd met bv. bruine suiker, stroop, poedersuiker, appel, kaas of spek, dat vooral ook door kinderen wordt gewaardeerd als zoete lekkernij

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een pannenkoek…

is een baksel; is eten

  • [Smaak] is zoet
  • [Ingrediënt] wordt gemaakt van een beslag van o.a. bloem, melk en eieren en belegd met bv. stroop, poedersuiker, bruine suiker, appel, kaas of spek
  • [Behandeling of bewerking] wordt gebakken in boter of olie in een koekenpan; wordt na bereiding voorzien van beleg, opgerold en in stukken gesneden
  • [Gebruikswijze] wordt meestal warm maar ook wel koud gegeten

Algemene voorbeelden


Na een forse wandeling vond ik dat ik toch wel een pannenkoek verdiend had.

http://users.skynet.be/diabetes-vdvnoordlimburg/verhalen%20van%20diabetici%20en%20partners2.htm

Ze werkte met gemak tien pannenkoeken naar binnen, versierd met bruine stroop, appelschijven, spek, of ze schepte er fruit, ijs en dikke klodders slagroom overheen.

Alle vogels van de wereld, Daphne Buter,

Ze hebben zalig gefietst. Nu hebben ze honger. Dus neem ik ze mee naar een pannenkoekenhuis vlak bij het Park [...]. De pannenkoeken zijn lekker. En ze zijn groot. Gigantisch groot. Met twee kinderen die geen pap meer kunnen zeggen op de achterbank, rij ik naar huis. Moe maar voldaan, zoals dat heet.

De Standaard,

Naast de poffertjes zijn er tientallen verschillende pannenkoeken die op ambachtelijke wijze gebakken worden. De koffie is vers vanaf 11.30 t/m 19.30 uur. Onze Pannenkoeken worden op ambachtelijke wijze gebakken achter in onze pannenkoekenkeuken.

http://www.poffertjeskraam.nl/index.htm

Combinatiemogelijkheden


als object bij een werkwoord


  • een pannenkoek bakken
  • een pannenkoek bestrooien
  • een pannenkoek omdraaien
  • een pannenkoek oprollen
  • een pannenkoek warmhouden
  • pannenkoeken bakken

Bak de pannenkoek op middelhoog vuur tot de bovenkant begint te stollen en de onderkant mooi bruin is. Draai de pannenkoek voorzichtig om. Bak de onderkant goudbruin. Houd de pannenkoek warm au bain marie, en bak de overige pannenkoeken op dezelfde manier.

http://www.zibb.nl/horeca/artikel.asp?artnr=561863,

Met een klap zette ze hun pannenkoeken op de tafel. 'Voorzichtig!' Hij boterde Victors pannenkoek, bestrooide hem met bruine suiker, rolde hem op. 'Ga je hem nog in stukjes voor hem snijden ook?'

De kinderen van Arthur, Kristien Hemmerechts,

'Wat ik fantastisch vind bij die kinderen, is dat ze zo intens kunnen genieten. Gisteren hebben ze pannenkoeken gebakken. Je had het moeten zien. Er werd wat afgelachen.'

De Standaard,

"Ik bak pannekoeken," zei ze, "en pannekoeken zijn het lekkerst als ze warm worden gegeten, van de pan op het bord."

Het hooglied, Valère Depauw,

met voorzetselgroep


Voorzetsel: met

  • een pannenkoek met bruine suiker en appeltjes
  • een pannenkoek met poedersuiker
  • pannenkoeken met appel en stroop
  • pannenkoeken met stroop

Om vier uur riep onze moeder naar boven of er iemand zin had in een pannenkoek met bruine suiker en appeltjes.

Broere, Bart Moeyaert,

"Mag ik twee pannenkoeken?" roept er een. "Je mag er zoveel je wilt," lach ik. Maar na anderhalve pannenkoek is het wel klaar. Ze zijn heerlijk hoor, daar ligt het niet aan. De eerste spekpannenkoek glijdt naar binnen. Daarna wordt enthousiast een pannenkoek met poedersuiker besteld. Maar die komt niet op.

http://www.vrouwonline.nl/gossip/nieuwtjes/en-de-winnaar-is-3.html,

We eten pannenkoeken met appel en stroop.

De passievrucht, Karel Glastra van Loon,

Daarna krijgen wij lichte pannekoeken met stroop.

Het hooglied, Valère Depauw,

met substantief ervoor


  • een stapel pannenkoeken

Vaak trof Donja haar 's morgens vroeg aan in de keuken waar ze een stapel pannenkoeken aan het bakken was.

Alle vogels van de wereld, Daphne Buter,

met ander, nevengeschikt substantief


  • pannenkoeken en poffertjes
  • snacks, wafels, pannenkoeken en ijs

Er zijn vaste activiteiten die ieder jaar weer terugkomen zoals 2 keer per jaar een kinderkledingbeurs, pannekoeken en poffertjes bakken bij fietsdagen of molendagen, amaryllisbollenactie en knijpertjes bakken tijdens de jaarlijkse braderie van Nijeveen.

Meppeler Courant,

Op een tiental verschillende plaatsen in het park, vind je onze snackbars. Daar kan je heerlijke snacks, wafels, pannekoeken en ijs smullen. Je kan je ook verfrissen met een lekker drankje.

http://www.bobbejaanland.be/nonflash/nl/info/index.html

voorafgegaan door als


  • dun als een pannenkoek
  • plat als een pannenkoek

Hij schoof zijn hand onder haar bustehouder, voelde de brede platte borst die dun was, raf, als een pannekoek.

Het verdriet van België, Hugo Claus,

Een ramp mijn haar, zegt ze. Kijk hoe dun. Iedere week gaat ze naar de kapper en dan zit het twee dagen goed. 'Ga dan niet naar de kapper, mama.' 'O kindje, als ik niet naar de kapper ga, ligt mijn haar plat als een pannenkoek op mijn kop.'

Alle verhalen, Kristien Hemmerechts,

Woordfamilie


Als deel van een afleiding


Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen


Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen


pannenkoek 1.1

deegproduct in de vorm van een pannenkoek; hartige pannenkoek

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een pannenkoek…

is een deegproduct

  • [Smaak] is hartig
  • [Vorm] heeft de vorm van een rond, plat zoet baksel; heeft de vorm van een pannenkoek (1.0); is rond en plat

    Algemene voorbeelden


    Roti is met kip en aardappelen gevulde pannenkoek en is ideaal als lunch rond het middaguur.

    http://users.pandora.be/suriname/etenendrinken.htm

    'Laten we allemaal een stukje van deze pannenkoek scheuren, hij is nog warm'.

    Mensen met een hobby, Désanne van Brederode,

    Combinatiemogelijkheden


    met voorzetselgroep


    Voorzetsel: met

    • een pannenkoek met maïs en groenten

    Ze aten een pannekoek met maïs en groenten in een kleine herberg.

    Leven op het lemmet, Renee Van Hekken,

    Woordfamilie


    Als deel van een afleiding


    pannenkoek 2.0

    iemand die iets doet wat niet verstandig of niet zo slim is; iemand die iets onnadenkends, iets doms doet; iemand die zich onnadenkend of dom gedraagt

    Semagram (extra betekenisinformatie)


    Een pannenkoek…

    is een persoon

    • [Gedrag] doet iets wat onverstandig, niet zo slim is; doet iets onnadenkends, iets doms; gedraagt zich onnadenkend of dom

      Algemene voorbeelden


      Wat een pannenkoek. De 18-jarige Luis Rodriguez werd gezocht door de politie na rellen bij een surfwedstrijd in Californië. Hij maakte het ze wel heel makkelijk. Op Facebook zag hij zijn eigen opsporingsfoto voorbij komen. En wat deed-ie? Hij likete de foto. Kat in het bakkie. Dat was natuurlijk kat in het bakkie voor de agenten. Niet lang na de like werd Luis opgepakt.

      http://www.lindanieuws.nl/nieuws/opmerkelijk/wat-een-pannenkoek/,

      Combinatiemogelijkheden


      met koppelwerkwoord


      • een pannenkoek zijn

      Hallo, ik ben een pannekoek die 25 jaar rookt. Vanaf morgen ga ik zeggen dat ik 25 jaar had gerookt. Ik ben bang en opgewonden tergelijkertijd.

      http://www.ikstop.nl/morgen-ga-ik-na-25-jaar-stoppen,