fulltimer


fulltimer 1.0

iemand die fulltime, voltijds werkt; iemand die een fulltimebaan heeft; voltijdwerker

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een fulltimer…

is een persoon

  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] werkt fulltime; werkt voltijds; heeft een volledige baan

    Algemene voorbeelden


    De servicewinkel in Epen wordt bemand door twee fulltimers en één parttimer van de VVV, die volgens Verplancke "vooraf goed in de keuken van de deelnemende concerns hebben mogen rondkijken".

    NRC,

    De Butler Library van Colombia University heeft acht fulltimers in dienst en er is - net als bij vele andere bibliotheken - elke dag tot 23.00 uur professionele staf aanwezig.

    http://www.rug.nl/rc/pictogram/2000-12/redactioneel.htm#qtop

    Overigens komt telethuiswerken onder deeltijdwerkers aanmerkelijk minder voor dan bij fulltimers.

    http://www.tn.tudelft.nl/hop/,

    Gelden alle toeslagen die fulltimers krijgen ook voor alle andere werknemers van het bedrijf?

    http://www.vrouwenloonwijzer.nl/

    Er werken zo'n 11 personeelsleden op de Trompschool, parttimers en fulltimers.

    http://www.homepages.hetnet.nl/~stroomov1/1-1.htm

    Combinatiemogelijkheden


    met ander, nevengeschikt substantief


    • parttimers en fulltimers

    Parttimers en fulltimers horen officieel voor hetzelfde werk in dezelfde tijd hetzelfde salaris te krijgen.

    http://www.vrouwenloonwijzer.nl/