geelkopgier 1.0
Latijns-Amerikaanse zwarte roofvogel met geel-oranje kop
Wordt meestal gebruikt in de verbindingen grote geelkopgier en kleine geelkopgier.
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een geelkopgier…
is een gier; is een vogel; is een dier
Algemene voorbeelden
De kalkoengier, de geelkopgier, de zwarte gier en de koningsgier leven in de tropische streken van Latijns-Amerika, waar ze de belangrijke aaseters zijn.
Verder op de achterste rij zaten ook twee gieren, een kapgier en een geelkopgier. Ik had niet verwacht deze vogels hiertussen te vinden. Ik ken de gieren uit de strips van Lucky Luck, zwevend boven de woestijn op zoek naar kadvers. Vooral de geelkopgier maakt indruk. Wanneer het zonnetje er even doorkwam, spreide deze zijn vleugels om zich op te warmen.