geitenmelker


geitenmelker 1.0

iemand die, vooral voor zijn beroep, geiten melkt

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een geitenmelker…

is een persoon

  • [Activiteit of handeling] melkt geiten voor zijn beroep
  • [Oorzaak, reden of aanleiding] oefent zijn functie uit voor zijn beroep

    Algemene voorbeelden


    De pool zal zorgen voor het ophalen van de melk, de contracten met de geitenhouders en het uitbetalen van het melkgeld. Dat betekent dat de verwerkers zich volledig kunnen richten op de verwerking van de melk. Met de pool verwachten de geitenmelkers meer zicht te krijgen op de markt en of er ruimte is voor uitbreiding van de biologische geitensector. De pool zal beheerd gaan worden door de geitenhouders en voor de LTO of ZLTO is een adviserende rol weggelegd.

    http://www.agriholland.nl/nieuws/artikel.html?id=32821=6f67dd7161477b0103dc7597ec58d893,

    En wie moest er nou de tafel dragen? De mensen die in de keuken werkten! Treitl de kok, en Pirl de aardappelschiller, en Yungo de sla-menger, en Yentl de geitenmelker.

    http://home.planet.nl/~meder/map17/chelm.html

    Combinatiemogelijkheden


    met adjectief ervoor


    • biologische geitenmelkers

    Biologische geitenmelkers overwegen start melkpool. Om vraag en aanbod van biologische geitenmelk goed op elkaar af te stemmen wil de De Groene Geit, de Nederlandse vereniging van biologische geitenmelkers, in januari 2003 een pool starten. De geitenhouders kunnen hun melk leveren aan de pool en de pool kan de geitenmelk dan weer doorverkopen aan de verwerkers.

    http://www.agriholland.nl/nieuws/artikel.html?id=32821=6f67dd7161477b0103dc7597ec58d893,

    in voorzetselgroep


    • diploma voor geitenmelker

    Ruinerwolder behaalt eerste diploma voor geitenmelker. Ruinerwold heeft een primeur: Peter Pruntel, leerling van de Christelijk Agrarische School in Meppel, heeft gisteren met goed gevolg examen afgelegd voor het diploma machinaal melken van geiten. Daarmee is de jeugdige Ruinerwolder volgens zijn leraar G.H. Treep waarschijnlijk de eerste leerling met het diploma op zak.

    Meppeler Courant,

    met ander, nevengeschikt substantief


    • de schapenmelker, de koeienmelker en de geitenmelker

    Er werd snel een pan cannelloni gekookt en van de net uitgevonden ricotta werd de saus gemaakt. Ze maakte er goede sier mee bij haar echtgenoot. Deze vertelde het later vol trots aan zijn buurlui de schapenmelker, de koeienmelker en de geitenmelker. En nu wordt de ricotta van ieder type melk gemaakt.

    http://www.leeuwardercourant.nl/Index/0,4696,,00.html?sHoofdUrl=http%3A%2F%2Fwww.leeuwardercourant.nl%2FPagina%2F0%2C7103%2C23-2-4165-5854-171063-1436--%2C00.html

    Woordfamilie


    Als deel van een afleiding


    geitenmelker 2.0

    vogel met een grijsbruin verenkleed met donkere strepen, een grote bek, een zwarte snavel, bruine poten en lange vleugels, die in heidevelden en halfopen bossen in vrijwel geheel Europa en in delen van Azië leeft, een langzame en geruisloze vlucht heeft en die zijn bek ver open kan sperren om zo prooien te grijpen; nachtzwaluw; dagslaper
    De vogel wordt zo genoemd omdat hij volgens de legende 's nachts de geiten uitmolk, waardoor hun uiers verdroogden en de geiten blind werden. Het woord geitenmelker is in deze betekenis een letterlijke vertaling van Latijn Caprimulgus, de wetenschappelijke naam van de vogel.

    Semagram (extra betekenisinformatie)


    Een geitenmelker…

    is een vogel; is een dier

        Algemene voorbeelden


        Hij dook weg achter een drijftil en zwom onder water terug naar de oever. Wanneer hij weer opdook, hoorde hij haar roepen: "Verleden jaar was er een professor die hier naar de geitenmelker kwam luisteren!" Hij bleef gehurkt in het water zitten. "De geitenmelker?" "Ja. De nachtzwaluw, of de dagslaper."

        Requiem voor de geitenmelker, Robin Hannelore,

        Een ononderbroken aanzwellend en eigenaardig trillend geluid, als van een bovenaardse machine, vulde de lucht. Een ogenblik hield het op, maar toen was het er weer, zij het dan in een andere toonaard. "Dat is de geitenmelker!" fluisterde ze gedempt. "Kijk, daar heb je hem!" Een vogel ter grootte van een koekoek of een torenvalk, maar misschien iets meer op een zwaluw lijkend, steeg op een boogscheut van hen loodrecht omhoog boven de heide, maakte onverhoeds een tuimeling, wentelde zich, steeg weer met trage vleugelslagen en gleed vervolgens met licht opgerichte vlerken van hen weg.

        Requiem voor de geitenmelker, Robin Hannelore,

        Ik vraag me af waarom ze hem de geitenmelker noemen," zei hij peinzend. "Die professor vertelde dat het iets met het oude volksgeloof te maken had," verduidelijkte zij. "Omdat de nachtzwaluw een insektenjager is en 's nachts verricht wat de boerenzwaluwen overdag doen, namelijk ongedierte vangen in en nabij de stallingen -- en op de heide vroeger waren dat voornamelijk schape- en geitestallen -- dachten de heiboeren dat die vogel hun schapen en geiten kwam melken.

        Requiem voor de geitenmelker, Robin Hannelore,

        Heel ver weg, waarschijnlijk in de buurt van het ven achter de waterwinning, hoorde hij de nachtzwaluw zingen, die de Pullenaars de geitenmelker noemden.

        Memoires van een kerkuil, Robin Hannelore,

        Combinatiemogelijkheden


        als subject bij een werkwoord


        • zingen

        Met gedeeltelijk naar hem toegewend gelaat articuleerde ze fluisterend maar duidelijk verstaanbaar: "Ik hoop dat de geitenmelker zingt vanavond!"

        Requiem voor de geitenmelker, Robin Hannelore,

        Woordfamilie


        Als deel van een afleiding