goldendoedel 1.0
(neologisme)
hond die een kruising is tussen een golden retriever en een poedel
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een goldendoedel…
is een hond; is een zoogdier; is een dier
Algemene voorbeelden
De kinderen gaan ijverig aan het werk. Eén meisje is van plan haar hond te tekenen, een Goldendoedel.
Combinatiemogelijkheden
met ander, nevengeschikt substantief
- de labradoedels en goldendoedels
De labradoedels en goldendoedels worden geromantiseerd door mensen die veelal geen hondenmensen zijn maar er voor de heb wel een willen.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Etymologie
Aard herkomst | leenwoord |
---|---|
Vroegste datering | 2005 |
Brontaal | Engels |
Vorm in brontaal | goldendoodle |
Betekenis in brontaal | idem |
Datering in brontaal | 1992 |
Bedenker | Is volgens een brief van Kurt Vonnegut van 17 oktober 1969 voor het eerst gefokt door (of op de boerderij van) Monica Dickens, de achterkleindochter van Charles Dickens. |
Bijzonderheden | Wordt in het Australisch-Engels ook wel groodle genoemd. |