groeiseizoen 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een groeiseizoen…
is een seizoen; is een periode; is een tijd
- [Tijd] is afhankelijk van het soort gewas e.d.
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] wordt gekenmerkt door de toename in hoogte en/of omvang
- [Object betroffen] heeft betrekking op planten en bomen
Algemene voorbeelden
Tijdens het groeiseizoen wordt de gewasontwikkeling nauwkeurig opgevolgd.
De opbrengst van granen schommelt ieder jaar als gevolg van de weersomstandigheden gedurende de inzaaiperiode en het groeiseizoen.
Allereerst moeten we ons realiseren dat het schedefonteinkruid zich in hoge mate klonaal voortplant; één knolletje kan per groeiseizoen liefst 22 nieuwe knolletjes vormen.
De koele klimaat wijnbouw is gelokaliseerd in wijngaarden waarin de daar aangeplante druiverassen precies rijp kunnen worden in het groeiseizoen.
Soms moet men extra bladeren toevoegen; dit om uitdroging van de grond door vorst en oostenwind te voorkomen, de plant extra te beschermen en te voorzien van voldoende humus voor het volgende groeiseizoen.
Vroeger werden de akkers in maart toebereid op het komend groeiseizoen.