habitué


habitué 1.0

vaste, trouwe bezoeker van enige uitgaansgelegenheid

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een habitué…

is een persoon

  • [Activiteit of handeling] bezoekt regelmatig een bepaalde uitgaansgelegenheid

    Algemene voorbeelden


    Hij vond het moeilijk om contacten te leggen en gisteravond als altijd, keek hij wat om zich heen, met de rug naar de bar staand, groette een habitué, dronk, en verpulverde het zoveelste bierviltje.

    Weerloos, Jan Siebelink,

    Frederik en Rita waren habitués in een Antwerpse concertzaal.

    Het concert des levens, Joris Note,

    Dit [...] cinemazaaltje werd gelanceerd door een cinefiele prof die een filmclub en -zaal binnen de unief wou [...]. De sfeer is intiem en habitués begroeten elkaar hartelijk.

    http://www.use-it.be/ned/film.htm