havoër 1.0
(onderwijs en opvoeding; (vooral) in Nederland)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een havoër…
is een leerling; is een persoon
Algemene voorbeelden
Wat ik er, als volbloed havoër, van vind is het volgende: [...]. Al met al een prima schoolgebouw. Natuurlijk hangt veel van de sfeer vooral af van de onderlinge omgang die we met elkaar hebben, omdat de vulling van het gebouw uiteindelijk allesbepalend is.
Niet arrogant bedoeld, maar een havoër is voorbereid op een hbo-opleiding wat betekent dat je daarna een leidinggevende functie zal (kunnen) krijgen (met uitzonderingen natuurlijk).
Havo is een letterwoord. Als een letterwoord geen hoofdletters heeft, schrijven we een afleiding ervan in één woord. Bij klinkerbotsing komt er dan een trema: havoër.
Meer Zeeuwse havoërs op voor herexamen [...]. Dit jaar moeten meer havo-scholieren herexamen doen dan voorgaande jaren. Op sommige scholen is een derde van het aantal examen-kandidaten niet in één keer geslaagd.
Combinatiemogelijkheden
met ander, nevengeschikt substantief
- vmbo'ers, havoërs en vwo'ers
- havoërs en vwo'ers
Afgelopen woensdag, 5 februari, vond de finale van het tweede Groot Lek en Lingedictee plaats op de vwo-locatie van Lek en Linge. Aan de finale deden de winnaars mee van de voorronde, waaraan alle vierdeklassers van de school (vmbo'ers, havoërs en vwo'ers) hadden deelgenomen.
Vanochtend is alsnog de norm voor het vmbo-economie-examen naar de scholen gestuurd. Daarmee wordt het eindcijfer bepaald. Vanmiddag worden de resultaten voor alle havoërs en vwo'ers berekend. De uitslagencommissies zullen dit keer extra letten op onverwacht goede scores.