hen 1.0
Bron:
Lilly M
(
CC BY-SA 3.0
)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een hen…
is een vogel; is een dier
- [Geslacht] is een vrouwtje
- [Onderscheid of tegenstelling] heeft, in tegenstelling tot de haan, geen sporen, geen sierveren en geen kam; heeft, in tegenstelling tot de meeste vrouwelijke dieren, slechts een eierstok
Algemene voorbeelden
Kippen in de biologische landbouw hebben een ruime stal, waarin ze vrij rond lopen. Ook kunnen ze elke dag naar buiten. De hennen kunnen volop scharrelen en een gezond hapje verschalken in het buitenverblijf. Bij de biologisch-dynamische pluimveehouderij lopen er hanen bij de kippen, net zoals in de natuur.
Arthur is hier tweeëneenhalf jaar geleden neergezet. Een kadootje. Opgepikt uit een kinderboerderij. Arthur was direct de ideale pasja die de hennen die hij aantrof om de gevederde pootjes wond. En hij was nog viriel ook. Kwamen van nesten de jaren ervoor vaak de helft van de eieren niet uit: wie door Arthur was getreden had een 100%-score. Arthur's nageslacht is behalve 'mooi ' ook buitengewoon broedbereid (de hennen) en mannelijk maar niet op een vervelende manier (de hanen).
Kippen leggen grotere eieren door een bepaalde geurstof [...]. Bij de geur gaat het om pyrazine [...]. De eieren van de kippen die waren blootgesteld aan pyrazine, bleken gemiddeld vier gram zwaarder. Waarom de hennen door de geur grotere eieren leggen, is een raadsel.
Combinatiemogelijkheden
als subject bij een werkwoord
- leggen
De hanen zorgen ervoor dat de hennen bevruchte broedeieren leggen.
met adjectief ervoor
- een bruine hen
- een jonge hen
Ik volg haar naar de kippenren achter de schuur. Er scharrelen een tiental bruine hennen en een paar witte bantammers rond op een stukje open grond afgezet met heggen en een hindernis van verroeste ijzeren staven samengehouden met auto-radiateurs.
Betty is ergens tussen de tien en veertien geworden - best oud voor een krielkip. De laatste jaren werden haar ogen wat slechter. En ze werd langzaam - de jonge hennen snaaiden als ze de kans kregen het voer voor haar weg.
met adjectivisch tegenwoordig deelwoord
- een klokkende hen
Even had hij mij vanuit zijn gedwongen stilzwijgen staan aankijken, terwijl de vrouwen zich als klokkende hennen om hem heen verdrongen en de groezelige schaapsvacht van de omslagen van zijn jasje streelden of zijn mooie handen probeerden beet te pakken.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
hen 2.0
Betekenisbetrekking
| Betrokken betekenissen | 1.0 : 2.0 |
|---|
Algemene voorbeelden
Omdat de eenden zo gefixeerd waren op eierleg waren de broedeigenschappen ondermaats ontwikkeld. De oplossing van dit probleem werd echter gevonden in de hennen van een plaatselijk hoenderras, nl. het Huttegems hoen. Deze tamelijk zware kloeken konden een grote nest eendeneieren uitbroeden en werden daarna ook nog eens voor de opfok ingeschakeld.
Indrukwekkend zijn de reuzenhoenders: de Jersy giants, Cochins, Brahma's en Australorps, maar curieus zijn altijd weer de Araucana's met hun lange oortoefen. De hennen van dit ras leggen blauwe eieren, ook al wat bizonders.