homejacking 1.0
(recht en misdaad; (vooral) in België; neologisme)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een homejacking…
is een misdrijf; is een handeling
- [Functie] wordt gepleegd met de bedoeling iets te roven
- [Plaats] vindt plaats bij iemand thuis
- [Middel] wordt meestal gepleegd onder bedreiging van een wapen
Algemene voorbeelden
Terwijl de daders de woning doorzochten, werd de politie op de hoogte gebracht van de homejacking. Verschillende patrouilles waren snel genoeg ter plaatse om de mannen op te pakken.
Lede werd gisteravond opgeschrikt door een brutale homejacking bij een handelaar in oud goud en juwelen in de Stokstraat. Er viel één gewonde.
Voor de daders was dat het sein om de aftocht te blazen. De politie van Boom deed de vaststellingen van de poging tot homejacking. Nauwelijks twintig minuten later, aan de Kontichse Keizershoek, was het weer raak en ditmaal met meer succes. Opnieuw slopen twee mannen na het forceren van de voordeur de trap op tot pal in de slaapkamer. Daar hielden ze een handvuurwapen gericht op het echtpaar van wie de woning is. De daders eisten de sleutels van de BMW 320 en reden ermee weg.
Combinatiemogelijkheden
met substantief ervoor
- het verschijnsel homejacking
In Europa lijkt carjacking vooral een Belgische aangelegenheid. In 1998 werden in België meer dan zevenhonderd carjackings gepleegd. [...]. Vorig jaar ontstond in België ook het verschijnsel homejacking: bezitters van duurdere auto's worden thuis overvallen en gedwongen de autosleutels af te geven.