huishond 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een huishond…
is een hond; is een zoogdier; is een dier
- [Functie] wordt gehouden als huisdier
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is door zijn genetische ontwikkeling geschikt om als huisdier gehouden te worden
Algemene voorbeelden
Honden hebben een territorium. In de natuur is dat een afgebakend stuk terrein. De afbakening gebeurt door middel van het uitzetten van geurvlaggen. We kennen dat ook bij onze huishond. Bij iedere lantaarnpaal of boom blijven zeker de reuen even staan om hun 'geurvlag' uit te zetten.
Een dalmatiër past qua karakter het beste bij de familie. 'Het is een vrolijke sterke hond, maar wel een echte huishond. Hij houdt van gezelschap.'
Wij verkopen onze puppies als huishond en niet als showhond in spé.
huishond 2.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een huishond…
is een hond; is een zoogdier; is een dier
- [Functie] wordt gehouden als huisdier
- [Bezitter of eigenaar] behoort aan de bewoners van een woning
Algemene voorbeelden
Om de prestatie van de kinderen te vieren geven de Sukkels een feest. Maar omdat de hele familie oer-stom is moeten ze geholpen worden. Dat is logisch. De hulp wordt geleverd door de huishond, Kitty, die de uitnodigingen schrijft, en de huiskat, Xylophone, die de ballonnen opblaast.
"Ik heb geen behoefte aan een huishond die drie keer per dag de deur uitkomt en verder niets doet."