hypertoon 1.0
(sport en recreatie; politiek en bestuur; specialistisch)
Algemene voorbeelden
De osmolaliteit duidt op het aantal deeltjes in een drank. Een hoge osmolaliteit betekent dat er veel deeltjes in zitten. Een drank met een hoge osmolaliteit noemen we hypertoon. Een drank met evenveel deeltjes als het bloed (290 mOsm/L) noemen we isotoon en een drank met minder deeltjes dan ons bloed noemen we hypotoon.
Nee, zouttabletten zijn geen goed idee, ook al transpireert u overvloedig in warm weer. Ze hebben tot gevolg dat er een sterk geconcentreerde natriumoplossing in uw maag ontstaat (bovenmatig hypertoon). Daardoor worden de leging van de maag en de rehydratie uitgesteld, aangezien er eerst water aan uw lichaam onttrokken moet worden, zodat uw maag de natriumoplossing kan verdunnen.
Combinatiemogelijkheden
met substantief
- een hypertone drank
Een hypertone drank bevat doorgaans meer dan 8 g suikers per 100 ml.
met ander, nevengeschikt adjectief
- hypotone, isotone en hypertone dranken
Wat is het verschil tussen hypotone, isotone en hypertone dranken? 1. Een hypotone drank heeft een relatief lage osmotische druk, wat betekent dat hij per 100 ml minder deeltjes (suikers en elektrolyten) bezit dan de eigen vochten van het lichaam [...]. 2. Een isotone drank heeft dezelfde osmotische druk als het lichaamsvocht [...]. 3. Een hypertone drank heeft een grotere osmotische druk dan het lichaamsvocht.
Woordfamilie
Overige woordfamilieleden
hypertoon 1.1
(gezondheid, geneeskunde en zorg; specialistisch)
Algemene voorbeelden
Of spieren nu hyper- of hypotoon zijn: ze zijn uit balans. Door het houden van deze spieren in een verkorte ontspannen staat (niet alleen verkort) kunnen de proprioceptoren, zoals de spierspoeltjes, aan de hersenen doorgeven de spanning in de spier te veranderen.
Combinatiemogelijkheden
met substantief
- een hypertone bekkenbodem
- hypertone groepen spieren
- hypertone spieren
- hypertone vezels
Gynaecologische klachten kunnen niet alleen seksuele problemen veroorzaken, maar ook het gevolg ervan zijn. Een voorbeeld is chronische onderbuikpijn. Vaak zijn de bekkenbodemspieren dan overmatig gespannen. Dit wordt ook wel een hypertone bekkenbodem genoemd.
De beschreven lokale pathologische veranderingen leiden in de spier tot een bindweefselachtige verkapseling, waarbij dit kapsel na verloop van tijd steeds meer verhardt. De omliggende spieren vertonen in het algemeen een hypertonie die ook na langere tijd meewerkt aan het ontstaan van gelosen. Omdat gelosen in hypertone groepen spieren ook diep gelegen zijn, moet de stofwisseling van deze spieren eerst op gang gebracht worden.
Vaak is er spake van overbelasting van het kaakgewricht. Om dit gewricht te ontzien kan gedacht worden aan het toepassen van tweezijdig kauwen [...]. Dan wordt overgegaan tot massage van de spieren regio kaakgewrichten en vervolgens van alle andere hypertone spieren in het orofaciale gebied. Door de ontspannende massage zal de hypertonus van de spieren afnemen en zullen de in dit kader altijd aanwezige hypotone spieren de mogelijkheid krijgen om weer actief te worden.
Het is dus mogelijk, dat bij een uitvoering van de massage de handgrepen met een verschillende intensiteit en tempo worden uitgevoerd, waarbij het evenwicht tussen de hypotone en de hypertone vezels door toniserende en de detoniserende uitgevoerde handgrepen wordt hersteld (normotoniserend).