jaap 1.0
(informeel)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een jaap…
is een wond
- [Ontstaan] wordt veroorzaakt door zich te snijden aan of door gesneden te worden met een scherp voorwerp
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is diep
Algemene voorbeelden
Als ze aan de jaap in zijn hoofdhuid denkt, zakt ze bijna door de vloer van schaamte. Wat een raar stel zijn ze toch: nog voor ze elkaar hebben gekust, verwondde zij hem tot bloedens toe.
'Margriet.' 'Heeft zij je die jaap verkocht?' De bloeddruppels op zijn geschonden rechterwang hadden zich inmiddels verhard tot myriaden bruinrode korreltjes, ze hingen tot in zijn snor. 'Welke jaap ?' Zijn kaakvlees spannend zodat zijn mondhoeken in een triest masker opgetrokken werden, volgde hij met beverige vinger het spoor van de wond.
Combinatiemogelijkheden
als subject bij een werkwoord
- lopen
- zitten
'Je had Oedi moeten zien! Boven zijn ene oog zat een jaap van een snee, en zijn pels was zo vaal...'
Dwars door haar wenkbrauw liep een jaap van gestold bloed.
met adjectief ervoor
- een behoorlijke jaap
- een flinke jaap
- een fikse jaap
- een lelijke jaap
- levensgevaarlijke japen
Dekker beschadigde in zijn verdriet een paar oren met zijn schaar, en een kerel die zich liet scheren liep levensgevaarlijke japen op in zijn hals en moest door Dekkers vrouw verbonden worden.
Iemand die niet eens kan uitleggen hoe hij aan een fikse jaap in zijn hand gekomen is, vraagt er natuurlijk om dat hij uitgekafferd wordt.
Janet zei: 'Ik denk eerlijk gezegd dat ik een behoorlijke jaap in mijn arm heb.'
Iets te secuur probeerde ik de haartjes tussen neusvleugel en bovenlip met mijn mesje weg te schrapen, en liep een snee in de neusvleugel op, een flinke jaap.
Over zijn rechterwang, zag ik, liep een lelijke jaap waaruit ook nog druppeltjes bloed sijpelden.
- een diepe jaap
- een open jaap
Ze legden hem naast de beek neer. 'Kijk eens naar zijn poot,' zei Helen. 'Daar is hij aan doodgegaan.' Ze knielden neer om het beter te bekijken. De hele poot was kaal en zo sterk opgezwollen dat hij minstens drie maal zo dik was als de andere. Rondom liep een diepe, open jaap . 'Arme ziel. Wat heb jij nou uitgehaald, joh? Het lijkt wel alsof hij in een klem is gelopen of zoiets.'
- een rode jaap
De kaalgeschoren jongeling die hij nu al vijf uur achternaloopt, dat is degene die hij zoekt. Geen twijfel mogelijk. Heel charmant, met die rode jaap op zijn schedel, een strak lijf en oogjes die voortdurend rondflitsen, alsof hij voelt dat hij straks zal worden besprongen.
met voorzetselgroep
Voorzetsel: in
- een jaap in zijn arm
- een jaap in zijn hand
- een jaap in de wang
- japen in iemands hals
- japen in hun huid
Toen de dieren weer door de autoriteiten werden aangetroffen, bleek dat ze grote japen in hun huid hadden van de scheepspropellers.
Dekker beschadigde in zijn verdriet een paar oren met zijn schaar, en een kerel die zich liet scheren liep levensgevaarlijke japen op in zijn hals en moest door Dekkers vrouw verbonden worden.
Verbijsterd raapt hij verwrongen, warme scherfjes shrapnel op. Met een gekarteld randje geeft hij zichzelf een besliste, woeste pijn en triomf aanrichtende jaap in de wang.
Janet zei: 'Ik denk eerlijk gezegd dat ik een behoorlijke jaap in mijn arm heb.'
Je scheert je niet regelmatig, want als je dat wel zou doen zou je huid ruwer zijn en zou je die...' – een, twee, drie, vier, ze telde ze – ' japen in je hals niet hebben.
Iemand die niet eens kan uitleggen hoe hij aan een fikse jaap in zijn hand gekomen is, vraagt er natuurlijk om dat hij uitgekafferd wordt.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
jaap 1.1
(informeel)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een jaap…
is een geestelijke aandoening; is een aandoening
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] doet in geestelijk opzicht pijn
- [Gelijkenis] is vergelijkbaar met een diepe vleeswond
Algemene voorbeelden
De Poolse had een te sterke wil gehad. Maar na alles wat dat mens cadeau had gekregen, had ze ook geprobeerd om Dirk in te palmen? Katrien kon het niet geloven. Maar aan Dirks gezicht zag ze dat ze de waarheid had gesproken. Ze voelde een jaap van jaloezie – exact wat Dirk haar oplegde.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
jaap 2.0
(informeel)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een jaap…
is een handeling
- [Instrument] gebeurt met een mes of ander scherp voorwerp
Algemene voorbeelden
Gelukkig had zijn tegenwoordigheid van geest hem niet in de steek gelaten en had hij, ondanks de hevige pijn in zijn schouder, al liggend kans gezien zijn zakmes open te knippen en zich met een paar flinke japen in het melkwollen kledingstuk van de fiets weten te bevrijden.