je hebt mensen en fietsbellen 1.0
((vooral) in Nederland; informeel; schertsend)
Algemene voorbeelden
Je hebt mensen en je hebt fietsbellen. Het was vroeger een gevleugelde uitspraak van mijn vader. Volgens mij gebruikte mijn vader het woord fietsbel in de zin van rare snoeshaan.
Een oud vriendin van mij sprak met enige regelmaat de gevleugelde woorden: 'Je hebt mensen en fietsbellen'. Oftewel: je hebt mensen met verstand en mensen zonder die af en toe lawaai maken. En zo is het maar net.
Elk blad uit de kalender geeft een overzicht van drie dagen. Op de achterkant van elk blad staat een mopje, gedicht of uitspraak in een Limburgs dialect, telkens met de vertaling erbij. Brecht: "Het is een scheurkalender, maar we raden de mensen toch aan om alle pagina's bij te houden. Op die manier heb je op het eind van het jaar weer een plezant boekje met spreuken en moppen." Wat dacht je bijvoorbeeld van de volgende wijsheid uit Kinrooi: 'Dien hoes wit sjilderen geit 't bèste in 't zwart' oftewel, "je huis wit schilderen gaat het best in het zwart". In Kanne weet men dan weer dat 'De hèbs minse en fitsebelle': je hebt mensen en fietsbellen, waarmee men bedoelt dat je alle soorten van mensen hebt.