kalfsnier 1.0
nier van een kalf, meestal genoemd als vlees in gerechten
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een kalfsnier…
is een stuk vlees
- [Soort] behoort tot het orgaanvlees
- [Functie] dient als vleesgerecht
- [Herkomst of oorsprong] is afkomstig van een kalf; is de nier van een kalf
- [Behandeling of bewerking] wordt meestal in zijn geheel gebraden en versneden in plakken
Algemene voorbeelden
Voor 6 personen: 750 gram mals, mager rundvlees (bijvoorbeeld staartstuk); 1 kalfsnier van circa 500 gram, vet en vliezen verwijderd, in dikke plakken of blokken gesneden; 50 gram bloem; zout en versgemalen peper; 40 gram boter; 200 gram gesnipperde ui; circa 5 deciliter bouillon; 200 gram champignons, schoongeveegd en in dikke plakken; 1 dessertlepel Worcestershiresaus.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
kalfsnier 1.1
vlees van kalfsnieren
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 1.1 |
---|
Semagram (extra betekenisinformatie)
Kalfsnier…
is vlees
Algemene voorbeelden
Doe de plakken kalfsnier in een kom, giet er zoveel kokend water over dat ze onderstaan en laat 1 minuut staan.