kalfsschnitzel 1.0
dunne lap mager en mals kalfsvlees, al dan niet gepaneerd, die wordt gebakken als
eenmansportie
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een kalfsschnitzel…
is een stuk vlees
- [Omvang concreet] heeft de omvang van een eenmansportie
- [Uiterlijk] is dun; is plat
- [Functie] wordt gebruikt als gerecht
- [Behandeling of bewerking] wordt soms gepaneerd; wordt gebakken
Algemene voorbeelden
Henk neemt een kalfsschnitzel en ik een entrecote, waarbij het lijkt of ik minstens een halve torro krijg geserveerd. Dit alles vergezeld van een fles wijn en anderhalf liter water.
Halveer de kalfsschnitzels en de plakjes rauwe ham. Leg op elke kalfsschnitzel een blaadje salie en een plakje ham. Druk de ham goed aan en laat de kalfsschnitzels even liggen (de ham plakt dan vanzelf aan het vlees). Verhit de olijfolie in een koekepan en leg de kalfsschnitzels er met de hamkant naar beneden in. Bak ze zo in 2-3 min. bruin.