kin 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een kin…
is een deel
- [Afmeting] is soms breed en vierkant; is soms klein en rond; is soms spits
- [Uiterlijk] heeft soms in het midden een spleet of kuiltje wat door veel mensen als aantrekkelijk wordt beschouwd
- [Constructie] bestaat uit de voorste ronding van de onderkaak en de huid die daaroverheen ligt; wordt bij mannen vanaf een moment in de puberteit bedekt met haar (baard, sik) indien dit niet regelmatig geheel of gedeeltelijk wordt afgeschoren
- [Geheel] is een deel van het gezicht
- [Plaats] bevindt zich in het midden van de onderkant van het gezicht
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] bepaalt in sterke mate iemands profiel
- [Waardering] wordt gewaardeerd als deze uitsteekt, wat vaak geassocieerd wordt met wilskracht; wordt niet gewaardeerd als deze wijkt, wat vaak geassocieerd wordt met slapheid
- [Verhouding] steekt meer uit dan de mond, maar minder dan de neus
Algemene voorbeelden
Haar blauwig-zwarte haren waren tot een paardestaart samengebonden, in haar kin zat een leuk kuiltje, naast haar linkerneusvleugel brak een klein litteken de gaafheid van het madonnagezichtje.
Hij kauwde overdreven keurig, zijn kin ging bij elke beweging ver naar beneden en dan weer omhoog en zijn wangen holden en bolden op het ritme van zijn malende kiezen.
ln een opwelling drukte ze een zoen op zijn kin en vluchtte vervolgens naar binnen.
Combinatiemogelijkheden
als subject bij een werkwoord
- bibberen
- trillen
Haar ogen waren gezwollen, haar neus zag vuurrood, en haar kin bibberde aldoor.
Haar kin trilde en haar lippen waren bijna onzichtbaar, zoals 's ochtends vroeg, wanneer haar kunstgebit in een glas water op het aanrecht stond.
- bloeden
Ik ben met mijn familie onderweg naar de kerk waar ze zal worden gedoopt, maar iemand laat haar vallen en haar kin bloedt.
- druipen
Mijn kin droop van haar speeksel en ik kon het niet afvegen.
- glimmen
Haar kin glom van de mayonaise, en met een voorzichtige vinger viste ze de laatste zalmspikkels van haar bord.
als object bij een werkwoord
- de kin heffen
- de kin opheffen
- de kin omhoogsteken
- de kin naar voren steken
- de kin vooruitsteken
Hij stak zijn kin naar voren, nog wat extra door dat sikje van hem, en er kwam een ijzig glimlachje te voorschijn.
Ze hief haar kin en liet haar tong over haar tanden glijden.
Zij hief haar kin op en deed een pas achteruit.
Hij recht de rug, steekt de kin omhoog en legt een hard aangespeelde bal met de buitenkant van de voet dood aan de schoen.
Snel maak ik daarvan gebruik om de kin vooruit te steken en de hand aan de mond te brengen, met het bekend drinkgebaar.
- iemands kin pakken
- iemands kin vastpakken
- iemand kin tussen duim en wijsvinger nemen
Ze neemt zijn kin tussen duim en wijsvinger en dwingt hem haar aan te kijken.
Felicia pakte mijn kin vast, draaide mijn gezicht naar het licht en keek in mijn ogen.
Mevrouw Ceccherelli pakte mijn kin.
- iemands kin strelen
Mevrouw Altena staat naast hem, haar arm om zijn schouders. Hij streelt haar kin.
met adjectief ervoor
- een baardloze kin
Blauwe ogen, baardloze kin, immer behoedzaam tastende vingertoppen, alsof alle voorwerpen die hij verplicht was aan te raken van pudding gemaakt konden zijn.
- een bebaarde kin
- een behaarde kin
- een bestoppelde kin
Een ongeschoren, bestoppelde kin waar stiekem grijze haartjes door heen schemeren.
Is hij vlezig en gespierd, met behaarde kin maar geschoren borstkas?
Met zijn rechterhand houdt hij nadenkend zijn bebaarde kin vast.
- een bebloede kin
Boven haar borsten, bijna op de bebloede kin lag een flinterdunne, zwarte streep textiel.
- een beverige kin
Bomama stak haar beverige kin naar voren zoals Karel Sijs in de ring tegenover Gustave Roth verleden week in het filmjournaal.
- een brede kin
De vrouwen waarderen bij mannen dan weer een ferme, brede kin en volle wenkbrauwen enorm.
- een forse kin
Tijdens de puberteit komen de typische gelaatskenmerken meer tot uiting: o.a. een lang gezicht met fors voorhoofd, grote oren en een forse kin.
- een gladde kin
Vandaag ben je een ruige piraat en morgen een muzikaal genie met een gladde kin.
- een granieten kin
De Beul beschikt dus net zo min als Selini over een granieten kin en soms laat ook de uithouding het af weten.
- een hoekige kin
Een hengst van eenentwintig à negenendertig jaar, hoekige kin met blauwe schaduw, gebruind, behaarde voorarmen, een kont van staal gevat in suggestief textiel zoals het hoort.
- een kleine kin
In elke cultuur bestaat een voorkeur voor vrouwengezichten met typische kenmerken van jeugdigheid: bij ons zijn dat grote ogen, een klein ondergezicht met fijne kaken en een relatief kleine kin.
- een koppige kin
Als je het ondeugende van Trewenna en de koppige kin van haar oma bekijkt, vermoed je meteen al dat beiden een belangrijke rol te wachten staat in de min of meer aangekondigde dramatische gebeurtenissen.
- een krachtige kin
- een sterke kin
Hij had een weids uitzwaaiende arm, een sterke kin.
Het is geen lelijke dwerg. Zijn hoofd is niet te groot. Hij heeft een krachtige kin en donkere, fonkelende ogen.
- een lange kin
Hij was ongeveer een meter vijfennegentig lang, had een lange kin en hoge jukbeenderen en dezelfde grote adamsappel als zijn broer.
- een meedogenloze kin
In de achterkamer hangt een groot portret van Joris van Severen, de foto werd door zijn arrogante volgelingen ooit De Memling genoemd, zijn meedogenloze kin bedekt de kraag van zijn zwarte hemd.
- een ongeschoren kin
Boenders leunt tegen de muur, knijpt de ogen dicht, wrijft over zijn ruige, ongeschoren kin, probeert zich te concentreren om de chaos aan informatie op te slaan, en te onthouden.
- een puntige kin
- een scherpe kin
- een spitse kin
De kapitein kijkt naar de tengere schouders van de luitenant, naar het smalle, bijna gladde gezicht waarin de lange neus en de scherpe kin de fijne vorm bederven.
Onder uit de wolken valt warrig schouderlang haar, van hetzelfde bleekblond als dat van haar zoon, en hij ziet dat ze dezelfde geprononceerde jukbeenderen en puntige kin heeft als haar dochter.
Met zijn opvallend gebogen neus in het smalle gezicht, zijn spitse kin, en de helblauwe ogen die op momenten van onzekerheid een strakke, peinzende uitdrukking kregen [...] had hij bij de eerste aanblik inderdaad iets van een roofvogel.
- een rechthoekige kin
Zijn kortgeknipte haren staan rechtop [...] en zijn gezicht, met de rechthoekige kin en de scherpe neus boven de dunne lippen, is een en al verbetenheid.
- een ronde kin
Zijn ronde kin, die zijn voorkomen zowel iets sierlijks als grappigs gaf en zijn mismaakte neus insloot in het geheel, zodat die niet meer afstotelijk was, maar een natuurlijke harmonie verkreeg.
- een stevige kin
Donkere, diepe ogen, stevige kin, zachte altstem, snedige gebaren; een vrouw aangenaam om naar te kijken en gezellig om mee te converseren.
- een stoppelige kin
Peinzend wreef hij over zijn stoppelige kin.
- een strijdlustige kin
Hij was lang en blond, had een gevoelig en tegelijkertijd daadkrachtig gezicht, blauwe ogen en een strijdlustige kin.
- een vette kin
- een vettige kin
Vragend steekt hij zijn vette kin in de lucht richting cameraman.
Het aapje had een vettige kin en er hing een plakje aardappel op zijn neus.
- een vierkante kin
De admiraal - van wie wij thuis een ingelijste portretfoto hebben gehad: een streng kijkende krijgshaftige kop met een vierkante kin, onder een gegalonneerde officierspet, en een borst vol onderscheidingen waardoorheen met vulpen in sierlijke krullen geschreven was - zat nu in Amerikaanse gevangenschap.
- een vlezige kin
Hij zet zijn zonnebril af, begraaft zijn vlezige kin in zijn uniformjasje en poetst nauwgezet de donkere glazen met een zakdoek op.
- een weke kin
De volle, zinnelijke lippen boven een wat weke kin, de stompe neus, het te blonde geplakte haar, het dunne laagje schmink.
- een wilskrachtige kin
Ze was rijzig, ze had lang donker haar, ze had een prachtig gebit, ze had een kleine, wilskrachtige kin.
- een zelfverzekerde kin
Joops grootvader was in 1943 in een Pools stadje vermoord en het enige wat hij had nagelaten was een handvol foto's: een donkere charmeur, een potloodsnorretje dat de vloeiende curve van zijn bovenlip volgde, dik zwart haar, de geloken oogopslag van de geboren verleider, een zelfverzekerde kin, een joodse edelman die een groothandel in thee dreef.
met adjectivisch tegenwoordig deelwoord
- een bevende kin
Marleen Ceuppens plaatste met verstarrende blik en bevende kin de ketel weer op het vuur [...], slaakte een diepe, dierlijke kreet die meer in het koor van een Griekse tragedie dan in een Zurenborgse achterkeuken thuishoorde, strompelde als een blinde om zich heen tastend tot in de veranda en liet zich huilend en stuiptrekkend in een van de rieten stoelen vallen.
- een glimmende kin
Matka veegde met de theedoek het vet van mijn glimmende kin.
- een raspende kin
"Je hebt je niet geschoren, zie ik! In de badkamer vind je toch alle gerief?" Verlegen streek Renier met de hand over zijn raspende kin.
- een terugwijkende kin
- een wijkende kin
Ook had ik geen bij de neuswortel in elkaar overlopende wenkbrauwen die wezen op een misdadige aanleg, of een terugwijkende kin die slapheid betekende.
Het stelde even onbeholpen als onbarmhartig een gladde, niet sympathiek ogende man voor met een effen, zeer hoog voorhoofd, diepliggende ogen, een aan weerszijden van de mond afhangende snor en een wijkende kin omgeven door een opstaande boord die uit een zwarte jas stak.
- een trillende kin
Zelden toonde de koele Duitser zich zo aangedaan als gistermiddag en ver na de ceremonie protocollaire stamelde hij nog steeds met trillende kin: "Hoe ik me nu voel?"
- een vooruitstekende kin
Ze hadden massieve halzen, een gladde vooruitstekende kin, een kaalgeschoren hoofd.
met adjectivisch voltooid deelwoord
- een (niet, slecht) geschoren kin
Een niet geschoren kin kietelt, prikt anderen en geeft het gevoel niet verzorgd te zijn.
Hij had een grote, rode snor en een slecht geschoren kin met een kuiltje erin.
- een gespleten kin
Hij kalmeerde ook omdat hij een goddelijke vrouw aan zijn arm had, een echt stuk, met lang haar en een gespleten kin.
- een opgeheven kin
Met opgeheven kin staat meneer De Reuver zijn stugge donkere schapehaar in de buitenlucht te kammen.
- een vooruitgestoken kin
Zij bedwingt haar lach, buigt zich naar me toe en vraagt uitdagend, met vooruitgestoken kin: "Wel, zeg dan eens wat ik bedoelde met die z?"
met voorzetselgroep
Voorzetsel: in
- de kin in de, een hand
Voor hem zat een jongeman naast een meisje dat, met haar kin in een hand, verveeld voor zich uitkeek.
- de kin in de lucht (steken)
Ik merk dat ik anders ga kijken. Dat ik naar de oudere vrouwen niet meer kijk met de automaties schattende blik, te dik, hangborsten, maar dat ik zie hoe ze lopen, kin in de lucht, fiere ruggen en brede wiegende heupen die ik mooi ga vinden.
Het was duizendmaal fijnzinniger dan de kaken stijf op elkaar houden en de kin in de lucht steken en zonder enig blijk van herkenning de man voorbij lopen van wie ze de intiemste geur kende.
Voorzetsel: met
- een kin met een gleuf
- een kin met een kuiltje
- een kin met een spleetje
Ariane hief haar kin, een ronde kin met een kuiltje.
Hij had gitzwart haar, een forse Romeinse neus en een kin met een gleuf om het van te besterven.
Zeg, ze is het petekind van mijn man en niet van mij, hoe het ook zij, wat een perfectie, exact dezelfde ogen, een mooi recht neusje, een kin met een spleetje in het midden.
- een kin met grijze stoppels
Platen stak een kin met grijze stoppels vooruit, keek rond in de kamer.
Voorzetsel: op
- de kin op de borst
Vader leest haar 's avonds de familieberichten uit de krant voor en nadat de televisie is aangezet valt na een half uurtje haar kin op haar borst en dommelt ze weg.
Tegenover me zat een oude vrouw met de kin op haar borst, haar mond half open.
Voorzetsel: van
- de kin van
De kin van Corine gaat omhoog zonder dat haar ogen de zijne loslaten.
De vuist en onderarm worden vanuit de elleboog in rechte lijn omhoog gezwiept naar de kin van de tegenstander, waarbij de vuist 180° gedraaid wordt.
Hij werd getroffen door het prachtige handwerk, de geschonden houtsnijkunst met zoveel oog voor de enkel van een varken of de kin van een giraf, de verbleekte kleuren die eens in vrijheid op honderden markten hadden gejubeld.
in voorzetselgroep
- een hand aan haar, zijn kin
- een hand onder haar, zijn kin
Hij liet zich terugzakken in zijn stoel en keek voor zich uit, zijn hand aan zijn kin.
'Dat begrijp ik,' zei ze met een knikje, haar hand onder haar kin, hem met warme belangstelling aankijkend.
- iemand bij de kin beetpakken
Hij stond op, pakte mij hardhandig bij de kin beet en vroeg op dwingende wijze: "En wat hebben we nu geleerd?"
- een gleufje in de kin
- een kuiltje in de kin
Ze hebben bijna allemaal een gleufje in hun kin.
Een kuiltje in haar kin gaf haar een onverzettelijke uitstraling.
- langs iemands kin druipen
- langs iemands kin lopen
Hij smikkelt en smakt, het vet druipt langs zijn kin van een maaltijd waarover anderen in deze stad alleen kunnen dromen.
Bloed liep uit zijn mond en langs zijn kin.
- met de kin wijzen
Hij wees met zijn kin in de richting van de secretaresse.
Hij wees met zijn kin naar zijn zus en naar de zak met bloemen van crêpepapier die ze vasthield.
- onder de kin aaien
- onder de kin kietelen
- onder de kin kroelen
- onder de kin strijken
Hij tilt de siamees van de vloer en aait hem onder de kin.
Hij kroelde het kindje onder de kin, stak het een dot toe, porde het in het buikje, trok malle gezichten of zette zijn hoedje achterstevoren op zijn hoofd.
Soms was hij decoratief ernstig, soms werkelijk charmant, zoals wanneer hij de dames kuis onder de kin kietelde of over de blote rug streek.
Ik weet het helemaal zeker als ik weer eens met een groepje vrouwen ga dansen op het COC en een van de vrouwen daar mij onder de kin strijkt en zegt dit is ook wel een schatje.
- iets onder de kin binden
- iets onder de kin knopen
- iets onder de kin vaststrikken
- iets onder de kin vasthaken
Om haar schoonheid van die smet te zuiveren, bond ze onder de kin een doek die ze boven op het hoofd vastspelde.
Hij draagt een leren pinmuts onder de kin vastgehaakt met een riempje.
Marcelle en Pauline, gisteravond nog identieke matrozen, hadden nu dezelfde snoeperige gebloemde bloesjes aan, boven bluejeans en ze droegen allebei een grote strohoed die met een sjaal onder de kin vastgestrikt zat.
Een legerpet waarvan de kleppen tot onder de kin geknoopt konden worden.
- stoppels op de kin
Tip hoestte, drukte een hand tegen zijn mond, keek wat er in de palm achterbleef, veegde zijn hand af aan zijn onderbroek en vervolgens over de stoppels op zijn kin.
- over de kin strijken
- over de kin wrijven
De Cock streek nadenkend over zijn kin.
Hij glimlachte, wreef zich over zijn kin waarop de baard al weer doorkwam, en trok de kol van zijn trui eroverheen.
- de dekens, de lakens tot aan haar kin optrekken
'Weet jij waarom ik zeker weet dat Onze-Lieve-Heer van me houdt?' zei miss Amy terwijl ze de dekens tot aan haar kin optrok.
Ze lag op haar rug, de lakens tot aan haar kin opgetrokken.
- het putje van haar kin
In het putje van haar kin brandde een diamantje vet.
- de linkerkant van iemands kin
- de rechterkant van iemands kin
- de onderkant van iemands kin
Natuurlijk was Barnaby de vorige avond, toen hij Charles voor het eerst ontmoette, van zijn stuk gebracht door de donkerrode littekens en gerimpelde huid die zijn gezicht bedekten van vlak onder zijn rechteroog tot aan de linkerkant van zijn kin.
Met mijn hand veegde ik de rechterkant van mijn kin en een stuk van mijn hals droog.
Ook leegde ik geregeld de vierkante houten, van onder taps toelopende sputumnappen, waarvan ik er vijf kon hebben, de bovenste rustend tegen de onderkant van mijn kin.
overig
- de kin hoog
- de kin omhoog
Roerloos als een beeld zat ze tussen de andere kinderen, de rug kaarsrecht, de handen op de knieën, de kin hoog.
De telefoneur hield de hoorn tegen de borst gedrukt, draaide het raampje open en maakte nu met de kin omhoog het wat moet jij gebaar.
Met de knoopjes stijf dicht en de kin trots omhoog, zwaaide hij de deur van zijn huiskamer open en presenteerde zichzelf zoals een verkleed kind dat doet: met blozende wangen, grote ogen en kloppend hart.
- de kin vooruit
Hij heeft zijn handen in zijn schoot. Zijn kin vooruit, als een farao.
Hij was een leider, daarover kon geen misverstand bestaan, een duce die met de kin vooruit als een onwrikbaar boegbeeld de wereld in z'n smoelwerk keek.
met bezittelijk voornaamwoord
- (mijn, je, jouw, uw, haar, zijn, hun) kin
- (onze, jullie, hun) kinnen
Hij sprong op haar schoot, likte zijn wang en duwde zijn kop tegen hun kinnen.
Ik zie [...] enorme baarden onder jullie kinnen. Baarden die zelfs te heftig zouden zijn voor kapitein Iglo en Efraïm Langkous (da's de vader van Pippi).
Voor een handvol lire kreeg je een groot stuk van zo'n kostelijke vrucht. Onze begerige tanden erin. Koel, kleverig roze sap langs onze kinnen.
De prothese wordt specifiek op jouw kin afgemeten.
Ze zaten allemaal met een witte zakdoek onder hun kin.
De ober blijft staan en glimlacht goedkeurend om het vele sap dat over uw kin druipt.
Auteur, zoals je daar staat ingekaderd in die zwarte raamlijst en het haar rondom je schedeldak en aan je kin zo heftig door de wind wordt bewogen.
Ik trek mijn lederen jas dicht tot onder mijn kin, schuif de bril voor mijn ogen.
Het speeksel liep uit zijn mond en langs zijn kin.
Het merg droop over haar lippen naar haar kin.
met ander, nevengeschikt substantief
- kin en bovenlip
- bovenlip en kin
- kaken, kin en bovenlip
- wangen, kin en bovenlip
Tussen de baardstoppels op zijn bovenlip en kin vond hij minuscule resten bloed, alleen in zijn neusholtes waren het dikke korsten.
Mijn zaad vormde dus slierten op haar kin en bovenlip en ze likte het gulzig naar binnen.
Jeuk aan wangen, kin en bovenlip; ik zou me eens moeten scheren.
Mijn kaken, kin en bovenlip zijn stoppelig, terwijl ik mij vanmorgen nog zorgvuldig heb geschoren.
- kin en hals
- hals en kin
- wangen, kin en hals
Overtollig vet- en huidweefsel worden weggehaald om de contouren van de hals en kin te verbeteren.
Hij zat geknield naast mijn stoel, aaide mijn schouder en arm en veegde met zijn zakdoek het bier weg dat langs kin en hals in mijn boordje liep.
Hij had zijn lichaam laten vervuilen omdat hij het beschamend vond om zichzelf te verzorgen, zijn lichaam schoon te spoelen, deodorant en shampoo te gebruiken, zich te scheren en zijn wangen, kin en hals te besprenkelen met aftershave.
- lippen en kin
Vader veegde telkens met zijn rode zakdoek het spekvet van zijn lippen en kin.
- mond en kin
- neus, mond en kin
Weer ging ik met mijn vinger over haar neus, mond en kin.
De neus scheen ergens te willen binnendringen; mond en kin lagen in een terugwijkende lijn; alleen het intellectuele voorhoofd schonk iets van welwillende rechtheid aan dit onbarmhartige aspect van het gelaat.
- kin, neus en voorhoofd
- neus en kin
- voorhoofd, neus en kin
Met ijspegels aan neus en kin beëindigden de schaatsers hun race.
Uw voorhoofd, neus en kin zijn vet en de rest van uw gezicht is droog.
Wanneer je last hebt van een vette T-zone (kin, neus en voorhoofd) kies je misschien beter voor de fluïde, die minder olie bevat en in een hygiënische pompflacon zit.
- kin en wangen
- wang, wangen en kin
- hals, kin en wangen
- neus, kin of wangen
- voorhoofd, kin en wangen
Hij probeerde zijn baard te laten staan, maar meer dan een laagje dons wilde er nog niet op zijn kin en wangen groeien.
Gerstekorrels zijn witte, verheven, ronde en hard aanvoelende bobbeltjes ter grootte van een speldenknop [...]. Ze komen bij een pasgeborene vooral voor op de neus, kin of wangen.
Ze was mooier dan vroeger, tengerder, kwetsbaarder, want ze was fors, met puistjes op haar voorhoofd, kin en wangen toen ik haar voor het laatst gesproken had.
Mijn hals, kin en wangen zijn eerst ingevet en toen met een dikke kwast ingezeept, en een barbier houdt nu zijn in heet water verwarmde scheermes tegen mijn strot.
Met de andere hand strijkt moeder traag over zijn wang en kin.
Zijn wangen en kin waren glad als zijn schedel.
gevolgd door als
- een kin als een klomp
Op de afdeling waar hij wezen moest, liep een man met een kin als een klomp.