kleutertijd 1.0
periode waarin iemand kleuter is; kleuterjaren
Semagram (extra betekenisinformatie)
De kleutertijd…
is een tijd
- [Tijd] situeert zich na de babytijd en peutertijd, omstreeks het vierde tot het zevende levensjaar
Algemene voorbeelden
De kleuters worden in heterogene groepen van 4- tot 6 à 7 jarigen opgenomen en blijven gedurende hun hele kleutertijd bij dezelfde kleuterleidster.
Als de eindfase van de kleutertijd zich aandient, komt de overgang naar de eerste klas ter sprake.
Al sinds onze kleutertijden is Daans moeder er heilig van overtuigd dat Daan en ik verkering krijgen voor onze achttiende.
Combinatiemogelijkheden
met ander, nevengeschikt substantief
- babytijd, peutertijd en kleutertijd
Het maaltijdschema, het dag en nacht ritme en de zindelijkheid worden in de loop van de baby-, peuter- en kleutertijd overgenomen van anderen.