kneuzing 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een kneuzing…
is een aandoening
- [Verloop] geneest na een aantal weken
- [Behandeling of bewerking] kan best gekoeld worden met ijs, een natte doek, koude compressen of lauw water; geneest door rust, maar een drukverband kan indien nodig wat comfort bieden
- [Ondervinder] komt voor bij mensen en dieren
- [Oorzaak, reden of aanleiding] ontstaat door stomp geweld, bijvoorbeeld door een val, slag of stoot; is een veel voorkomende sportblessure, maar kan ook het gevolg zijn van een ongeval of gevecht
- [Gevolg of resultaat] kan tot gevolg hebben dat men het beschadigde lichaamsdeel enige tijd niet goed kan gebruiken
- [Symptoom] is herkenbaar aan blauwe plekken, bloeduitstortingen en pijn; kan ook gepaard gaan met zwelling
- [Onderscheid of tegenstelling] wordt vaak verward met een verstuiking (verzwikking, verrekking), maar een verstuiking is eigenlijk een verschuiving van de uiteinden van de gewrichten ten opzichte van elkaar, waardoor de er omheen liggende kapsels worden opgerekt of soms zelfs gescheurd; ontstaat door een val, slag of stoot, terwijl een verstuiking meestal het gevolg is van een verkeerde beweging
Algemene voorbeelden
De termen kneuzing en verstuiking worden ten onrechte nogal eens door elkaar gebruikt. Een kneuzing is een beschadiging van het onderhuids weefsel door een val, slag of stoot (bijvoorbeeld van een hamer op de duim). Een verstuiking, ook wel 'verrekking' of 'verzwikking' genoemd, is een verschuiving van de uiteinden van de gewrichten ten opzichte van elkaar, waardoor de er omheen liggende kapsels worden opgerekt of soms zelfs gescheurd.
Een blessure zoals een verstuiking, een kneuzing of een verstrekking van spier of pees moet zo snel mogelijk na het ontstaan met ijs worden behandeld.
Valpartijen zijn goed voor bijna de helft (47,8 %) van de ongevallen en richten vooral schade aan bij kleine kinderen en senioren. Kneuzingen (28,5 %) komen het meest voor, gevolgd door open wonden (20,3), breuken (18,9) en verstuikingen (16).
Combinatiemogelijkheden
als object bij een werkwoord
- kneuzingen hebben
- kneuzingen oplopen
Het toestel had dertig gewonden aan boord als gevolg van hevige luchtschokken en mogelijk ook blikseminslag [...]. Het merendeel heeft kneuzingen en blauwe plekken.
De chauffeur liep kneuzingen op en mogelijk een gebroken elleboog.
De man kwam op de grond te liggen, waarna de agent zijn knuppel met twee handen beetpakte en op hem in begon te rammen. De chauffeur liep kneuzingen op en mogelijk een gebroken elleboog.
met adjectief ervoor
- een inwendige kneuzing
- een lichte kneuzing
- een zware kneuzing
De Mechelse aanvaller kreeg bij een duel een trap in de onderbuik. Daar gevreesd werd voor inwendige kneuzingen werd de Oostenrijker afgevoerd naar een Mechels ziekenhuis.
Hij stapte met lichte kneuzingen uit zijn zwaar verongelukte wagen.
Een drugsverslaafde wordt bij een poging tot inbraak in een winkel betrapt en slaat met een hamer in op de eigenaresse van de zaak. Hij raakt haar op het lichaam zodat zij zware kneuzingen oploopt.
met voorzetselgroep
Voorzetsel: aan
De tweede doelman van het Nederlands elftal, herstellende van een kneuzing aan het sleutelbeen, hoopt de week erop van de partij te kunnen zijn bij de interlandwedstrijd Schotland - Nederland.
Voorzetsel: van
In eerste instantie werd gevreesd voor een scheenbeenbreuk, maar achteraf bleek het mee te vallen en bleef het bij een zware kneuzing van het onderbeen.
met onbepaald voornaamwoord
- allerlei kneuzingen
- diverse kneuzingen
- enkele kneuzingen
- verschillende kneuzingen
'In die kwestie is er sprake van een tragisch misverstand.' 'O, heet dat zo, tegenwoordig?' vraagt Snetlage sarcastisch. 'Een gebroken arm, allerlei kneuzingen en een paar uitgeslagen tanden? Zoiets noem ik mishandeling.'
Op een bepaald moment begon één van de verdachten tegen hem te zeuren waarna hij door alle drie werd geslagen. De aangever hield er een gezwollen gezicht en diverse kneuzingen aan over.
Haar vriendinnetje hield enkele kneuzingen aan de aanrijding over.
Ze had verschillende kneuzingen en schaafwonden.
met ander, nevengeschikt substantief
- blauwe plekken en kneuzingen
- kneuzingen en blauwe plekken
- een kneuzing of verstuiking
- een verstuiking of kneuzing
- verstuikingen en kneuzingen
- kneuzingen of breuken
- verstuikingen, kneuzingen, spier- en peesscheuren
- kneuzingen en schaafwonden
Het toestel had dertig gewonden aan boord als gevolg van hevige luchtschokken en mogelijk ook blikseminslag. [...] Het merendeel heeft kneuzingen en blauwe plekken.
De oren van de vrouw bleken ingeknipt. Over de rest van haar lichaam had ze blauwe plekken en kneuzingen. De mishandeling zou hebben plaatsgehad tijdens een zogenaamde duivelsuitdrijving.
Deze olie werkt niet enkel ontspannend en rustgevend bij massages, ze kan ook prima gebruikt worden bij verstuikingen en kneuzingen.
Verstuikingen, kneuzingen, spier- en peesscheuren. Al deze letsels worden gekenmerkt door pijn, zwelling en inwendige bloeding en een verminderde bruikbaarheid van het getroffen ledemaat.
Ze had verschillende kneuzingen en schaafwonden.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
kneuzing 2.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Kneuzing…
is een handeling
Algemene voorbeelden
De langwerpige bladeren geven bij kneuzing een lichte muffe geur af.
De onderzijde van het blad is bezaaid met gele kliertjes, die bij kneuzing een citroen- of sinaasappelgeur afgeven.
Verder staan er onder andere een doodsbeenderenboom, Chinese zakdoekjesboom en een amberboom waarvan de bladeren bij kneuzing een heerlijk aromatische geur geven.