koffiekop


koffiekop 1.0

afbeelding

Bron: Jorge Royan
( CC BY-SA 3.0 )

afbeelding

Bron: Albert Herring
( CC BY 2.0 )

kop die gebruikt wordt voor het drinken van koffie; kop om er koffie uit te drinken
Meestal in de verkleinvorm koffiekopje.

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een koffiekop…

is een kop; is een voorwerp

  • [Uiterlijk] heeft soms een oor om het aan vast te houden
  • [Geheel] vormt vaak een paar met een schotel; maakt soms deel uit van een servies
  • [Functie] dient om er koffie uit te drinken

    Algemene voorbeelden


    Maarten wendde zich af, herinnerde zich bij de deur zijn koffiekop, keerde terug en verliet nu met zijn kop de kamer opnieuw, op weg naar de koffieruimte.

    Het Bureau. Dl. 6: Afgang, J.J. Voskuil,

    Hij had de koffiekop in de palmen van zijn handen genomen als een schaal en liet de warme damp naar zijn gezicht slaan.

    Keefman, Jan Arends,

    Daarop schoof ze de doos weer in de nis en trok zich terug in haar saaie leven boven, van de kachel aandoen en brood snijden en 'Opstaan!' roepen en hannesen met waterketels, koffiekoppen en bestek.

    Sterk water, Marijke Libert,

    Combinatiemogelijkheden


    als object bij een werkwoord


    • koffiekoppen breken
    • koffiekoppen vullen

    Uit de relatief geringe belangstelling - de bediening in het dorpshuis hoefde maar 27 koffiekoppen te vullen - mag worden afgeleid dat de herindeling (nog) niet leeft in de Kop.

    Meppeler Courant,

    Ze had drie koffiekoppen gebroken, heet water over haar vingers gekregen en zich een paar keer vergist bij het afrekenen.

    De val, Marga Minco,

    met adjectief ervoor


    • een lege koffiekop
    • een volle koffiekop
    • een vuile koffiekop

    Op de salontafel was het een rommeltje van lectuur, asbakken en sigaretten, een fijn Japans schaaltje vol pennetjes en onverklaarbare onderdeeltjes, een beeldje, twee vuile koffiekoppen, een vel papier met een telefoonnummer waarvan de 7 vet was gekrast, een zilveren suikerschep waar korrels aan kleefden en een glas met een bodem whisky.

    Overspel, Mensje van Keulen,

    Toen de jongen weg was, keek hij peinzend naar de volle koffiekop waarin het papier een onsmakelijk geheel vormde met de volledig afgekoelde koffie.

    Franklin, Thomas Lieske,

    'Ik heb vandaag iets fantastisch beleefd,' zei ik en zette mijn lege koffiekop op het bijzettafeltje.

    Op toernee met Leopold Sondag, Ward Ruyslinck,

    met adjectivisch voltooid deelwoord


    • een gebruikte koffiekop
    • gebruikte koffiekoppen

    Boos had ze aan de koude gedraaid toen een te hete, opstandig uit de bundel schietende straal het bovenste stuk van haar ruggengraat aanviel, daarna was het water te lauw geweest en toen de temperatuur eindelijk leek op die van het bed dat ze met moeite had verlaten, nam Tom in de keuken warm water, waarschijnlijk om er de gebruikte koffiekoppen mee om te spoelen.

    Mensen met een hobby, Désanne van Brederode,

    Rijp fruit in een mand en op tafel een gebruikte koffiekop.

    Bas, Annie Van Keymeulen,

    met substantief ervoor


    • een blad koffiekoppen

    Toen een half uur daarna een troep als op een film links en rechts loerend voorbij kwam met het geweer in aanslag, kwam er een oude dame uit de villa met een blad koffiekoppen in haar handen.

    De koorddanseres en andere herinneringen, Rico Bulthuis,

    Woordfamilie


    Als deel van een afleiding


    Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen


    Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen