A - Als adjectief (bijv. naamw.)
koraalrood 1.0
Algemene voorbeelden
Opgestoken haar, oorbellen met koraalrode stenen, sieraden, hoge naaldhakken, in zwarte, glanzende panties gestoken benen.
Sommige planten krijgen pas echte sierwaarde wanneer ze 's winters, zonder blad, kunnen pronken. Cornus alba 'Siberica' is zo'n voorbeeld, waarbij het jonge hout koraalrood kleurt in de winter.
Ik ben een muurtje aan het schilderen in huis, koraalrood.
B - Als substantief (zelfst. naamw.)
koraalrood 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Koraalrood…
is een kleur
Algemene voorbeelden
De rechte mantels (in zachtgeel, hemelsblauw, koraalrood, anijsgroen) hebben overal zakken met knopen voor een gesofistikeerde safari-look.
Maar met pastels als lichtblauw en rose, koraalrood en geel creëer je zo een lentefrisse look.