krieltje 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een krieltje…
is een kip; is een vogel; is een dier
Algemene voorbeelden
'Wat is een krieltje?' 'Een schattig klein pronkhoentje. Een ouderwets erf vol scharrelende kippen, het krieltje liep daartussen met zijn vooruitgestoken borstje en zijn prachtige, kleurige veren. Het liep daar gewoon mooi te zijn. Voor het genoegen van de boerin en de melkmeiden.'
De haan is geslacht omdat hij mij steeds aanviel [...]. Het in het wild gevangen krieltje ('t Zwarteke) heb ik nog en nog wat dochters van de 3 krieltjes.
krieltje 2.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een krieltje…
is een aardappel; is voedsel
Algemene voorbeelden
We hadden de maaltijd eigenlijk achter de kiezen. Toen kreeg ik, omdat ik die aardappeltjes zo lekker had gevonden, nog een kommetje gloeiend hete krieltjes voorgezet.
Brasem, ruisvoorn en zeelt zijn dol op stukjes aardappel. Met een hele aardappel direct op de haak werd vroeger veel op karper gevist. Denk bijvoorbeeld eens aan een krieltje.
krieltje 3.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een krieltje…
is een persoon
- [Uiterlijk] is klein of tenger
- [Leeftijd] kan zowel van jongere als oudere leeftijd zijn
Algemene voorbeelden
Waar hij nog het meest van genoot, was het vele bezoek dat zijn kamergenote dagelijks ontving, een moeizaam ademend krieltje dat voortdurend lag te slapen en slechts af en toe een bleek huilen produceerde. Nog voor het bezoekuur was aangebroken stonden er reeds twee personen aan haar bed – de ene was met haar glazige huid en het vlaggetjesrode haar een uitvergrote kopie van het zieke kind, de andere droeg donkerkleurige haren in het gezicht – en bleven daar waken tot een verpleegster hen verzocht afscheid te nemen.
Ze begon rond 1980 en heeft altijd in de kleine rassen gezeten. "Ik ben zelf ook maar een krieltje." De Australorp, de Hollandse kuifkriel en de Assendelfter had ze in haar hokken. Nu alleen nog maar Wyandottes, van het Columbia-type. Vijf hennetjes en drie hanen.