kruk 1.0
Betekenisbetrekking
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een kruk…
is een meubel; is een zaak
- [Vorm] heeft meestal geen leuningen en heeft vaak een ronde zitting
- [Deel] heeft doorgaans poten (bv. drie, één grote of vier) en heeft een ronde zitting
- [Materiaal] is meestal van hout, plastic of staal
- [Functie] dient om op te zitten
- [Plaats] kan zich bevinden in een café (barkruk), keuken (keukenkruk), huiskamer, badkamer (badkamerkruk/douchekruk), wei of stal (melkkruk), achter een piano (pianokruk), in de hoek van een boksring, etc.
- [Gebruikswijze] wordt voornamelijk gebruikt om op te zitten, maar soms ook om iets (bv. een plant) op te zetten
- [Onderscheid of tegenstelling] verschilt van een stoel, omdat bij een kruk doorgaans de leuningen ontbreken
Algemene voorbeelden
Achterin stonden twee mannen te biljarten, en aan de toog zat een rijtje mannen, maar de enige andere vrouw in Hoog en Droog stond achter de bar. Hij koos een kruk vanwaar hij de deur in de gaten kon houden, en bestelde.
Het maakt Adele buitengewoon en doodnormaal tegelijkertijd [...]. In Antwerpen poseerde ze voor selfies met de tong uit de mond, wenste ze een blokkende dochter die meekeek via Facetime veel succes, complimenteerde ze iemand met haar jurk, en vertrouwde ze het publiek met veel aplomb toe dat ze baadde in het zweet en dat haar kruk 'te klein was voor haar kont'.
Combinatiemogelijkheden
met adjectief ervoor
- een gammele kruk
- een hoge kruk
- hoge krukken
- lage krukken
- wankele krukken
Pandora liep naar de bar, waarachter een oudere vrouw met een verveeld gezicht glazen stond te spoelen en nam plaats op een gammele kruk.
Een meisje dat hij nog niet eerder had gezien, vooraan in de passage, met brede Indiaanse trekken, troonde op een hoge kruk achter het raam.
Helen volgde haar naar de kleine koffiebar en nam plaats op een van de hoge krukken.
In de huizen aten gezinnen achter ramen zonder glas of gordijnen en op lage krukken voor de deuren deden oude mannen een middagdutje, hun voeten steunend op de randen van de bloempotten.
Mijn dronken broeder en zijn aanwinst komen onzeker van hun wankele krukken.
- een houten kruk
- houten krukken
- een plastic kruk
Spoedig bevond ik me niet meer in café De Kromme Rechte, maar wel in café De Rechte Kromme, waar ik eenzelfde soort houten kruk onder mijn kont had als in de vorige gelegenheid, en eenzelfde soort houten tapkast onder de ellebogen, en eenzelfde soort bier voor de neus, maar in mijn gedachten was ik nu toch weer een eindje opgeschoten.
De studenten pakten gehoorzaam hun schetsboeken en namen plaats op houten krukken, die in een cirkel om de tafel heen stonden.
Ook de 'olifantstoel' - een plastic kruk met drie poten, die de slurf en twee poten van een olifant moeten voorstellen - komt designliefhebbers ongetwijfeld bekend voor.
met voorzetselgroep
Voorzetsel: aan
- een kruk aan de bar
- krukken aan de bar
Ze zitten alledrie alleen op een kruk aan de bar.
Ze droegen wel de gestreepte clubschoenen, groen en wit, met banen in de lengterichting en hetzelfde T-shirt, maar ze hielden zich bedeesd, zaten daar, op krukken aan de bar, verdoofd, als planten.
in voorzetselgroep
- een jongeman op de kruk
- een man op een kruk
- zich op een kruk hijsen
- op een kruk plaatsnemen
- iets staat op een kruk
- op een kruk zitten
- zich op een kruk zetten
Drie vrouwen achter de bar, één man op een kruk ervoor [...]. 'Nog één dan,' zei de jongeman op de kruk.
Daar aangekomen hees ik me op een kruk en bestelde twee cola met ijs.
De man slentert terug naar de bar, hijst zich op zijn kruk en zegt terloops tegen zijn buurman: 'Je n'avais pas vu que c'était une vague.'
Ik nam plaats op een kruk voor de bar en kreeg van de vriendelijke barjuffrouw een glas water.
Hassan zit in het centrum van Jericho op een kruk naast de kistjes sinaasappels die hij zonder ook maar een zweem van opdringerigheid te koop aanbiedt. Op een andere kruk staat de waterpijp waaraan hij zo nu en dan zuigt.
En beiden zitten op een kruk naast de piano.
Ze zitten alledrie alleen op een kruk aan de bar.
Hij staat voor de deur en opent hem. Hij stapt naar binnen. Hij is in zijn werkruimte. Waar zijn tafel staat. Waar de oude piano staat. Hij opent de klep. Hij zet zich op de kruk. En hij speelt.
'Dag Herman,' zei Jean-Paul, nadat ik mij aan de bar op een kruk had gezet.
- van zijn kruk glijden
- van een kruk opstaan
- van de kruk vallen
- van zijn kruk vallen
Hij glijdt van zijn kruk en kijkt rondom zich.
Toen dronk hij zijn glas leeg en liet zich van zijn kruk glijden.
Hij stond van zijn kruk op.
Ze knikte en stond op van haar kruk, liep achter hem aan de sporthal in.
In m'n opwinding omtrent de mogelijke verbranding van een potentiële geldschieter gaf ik Fruyt een vuistslag in z'n gezicht, waardoor hij van de kruk op de grond viel.
Hij had met ze gedronken tot hij van zijn kruk viel.
met ander, nevengeschikt substantief
- een stoel of kruk
Hij kan op een stoel of kruk zitten en haar nemen met haar gezicht naar hem toe.
Vaste verbindingen
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
Als deel van een samenstellende samenstelling
Overige woordfamilieleden
kruk 2.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een kruk…
is een gebruiksvoorwerp; is een zaak
- [Afmeting] heeft een iets langere lengte dan een been, bv. vanaf een voet tot boven de heup of tot aan de oksel
- [Vorm] is langgerekt (als een stok) met daarop een dwarsliggend deel ter ondersteuning van de hand (met dan daarbij een soort halve ring op het einde voor de elleboog) of ter ondersteuning van de oksel
- [Functie] dient ter ondersteuning bij het lopen, wanneer dat moeizaam gaat
- [Gebruiker] wordt gebruikt door personen die moeilijk kunnen lopen, bv. door een breuk of verstuiking van de enkel, de voet of het been of bij een operatie van de knie of heup
- [Voorbeeld of specimen] is tegenwoordig meestal geen okselkruk, maar een elleboogkruk, ook loopkruk genaamd, waarbij gebruik wordt gemaakt van een handvat en de elleboog in een halve ring steunt
Algemene voorbeelden
Hij sloeg zijn dek open, ging met zijn rug naar hen toe op de rand van zijn bed zitten, trok zijn kamerjas aan en grabbelde naar zijn krukken, die naast zijn bed tegen de muur stonden.
Het was aandoenlijk om Marianne Faithfull (67) het podium van Bozar te zien opkomen. Traag, een kruk in de rechterhand, hoffelijk maar moeizaam buigend.
Combinatiemogelijkheden
als object bij een werkwoord
- krukken lenen
In Nieuwegein kunnen de krukken geleend worden bij de Rivas Leef-&-gezondheidswinkel in het st. Antoniusziekenhuis.
Als u hulp nodig hebt, omdat het huishouden u te zwaar gaat vallen, u thuis verzorging of verpleging nodig hebt of hulpmiddelen zoals krukken of een ledikant wilt lenen, dan kunt u contact opnemen met het Centraal Meldpunt Zorg.
- krukken verstrekken
Ook worden krukken straks via ziekenhuizen en artsen verstrekt en kunnen bedverhogers en po's via verloskundigen worden geleverd.
- de, zijn krukken wegwerpen
- de krukken opzijgooien
- de krukken opzijwerpen
Een man met ernstige gewrichtsreuma die jaren niet meer kon lopen wierp zijn krukken weg na een bezoek aan de basiliek en ging op eigen kracht te voet terug naar huis.
Als het haar niet kon schelen dat hij doof was, kon het hem ook niet schelen. Hij ging niet doen alsof hij weer kon horen. Wanneer het zijn beurt was, wanneer hij op het toneel stond, in de schijnwerper, op talloze tv-schermen in het hele land, zou de tv-dominee blunderen zoals hij nog nooit had geblunderd. De man voor hem wierp de krukken weg.
Een Belgisch meisje kon na elf jaar invaliditeit haar krukken opzij gooien toen ze voor het beeldje had gebeden.
Paula besefte plotseling waar dit alles haar aan deed denken; ze had op school ooit een film gezien over Lourdes, met pelgrims die naar de grot liepen en daar hun krukken opzij gooiden om een bad te nemen in het troebele water.
Bodero is in de kerk aanwezig en wordt, zoals zo vaak liederlijk omschreven in verhalen over mirakels, door toedoen van Lewina plots genezen en hij kan als bij wonder gezond stappend de kerk verlaten. Bodero van Alveringem werpt zijn krukken opzij.
met voorzetselgroep
Voorzetsel: onder
- een kruk onder elke oksel
- krukken onder zijn oksels
Plaats onder elk uwer oksels een kruk.
Een man komt mij langzaam tegemoet, met twee krukken onder zijn oksels geschoven.
in voorzetselgroep
- een man met krukken
- met krukken lopen
- met een kruk lopen
De enorme roze stropdas behoorde toe aan een man met krukken. Welbeschouwd had hij hem nog tik tok tik horen aankomen.
Hij liep twee maanden met krukken, en heeft nog altijd een moeilijke voet.
Haar ruggegraat was geraakt en ze was verlamd aan haar rechterkant. Met de moed der wanhoop begon ze aan de revalidatie. Na verloop van tijd kon ze terug lopen met een kruk.
- een man op krukken
- op krukken lopen
- op krukken
Tijdens haar middelbare schooltijd had zij problemen met de groei van haar botten, met als gevolg dat ze vaak op krukken liep of in een rolstoel reed.
Een man op krukken stond in de ochtendzon ontspannen The Sowetan te lezen.
Op krukken kon hij met moeite de paar honderd meter tussen onze achterdeur en de pondok afleggen.
Gekromd beweegt hij zich voort op twee krukken als een afstotelijk reuzeninsekt op zoek naar een prooi.
Ze zeggen dat oude mensen de betrekkelijkheid van hun streven inzien [...]. Rijdend in een rolstoel, steunend op krukken, schuifelend en slepend met kromgetrokken ruggen.
- zonder kruk
- zonder krukken
Het is frappant te zien dat mensen soms trekkebenend bij ons binnenkomen en zonder kruk de deur uitgaan.
'Zij is als de daad van een lamme, die zijn krukken wegwerpt.' Helaas, de lamme bleek ook zonder krukken te kunnen lopen.
met ander, nevengeschikt substantief
- krukken en wandelstokken
- beugels en krukken
- protheses, rolstoelen en krukken
- rolstoel of krukken
- stok, kruk of rolstoel
Ze liepen moeilijk, hadden krukken en wandelstokken nodig om zichzelf te ondersteunen.
Zo worden kinderen die als gevolg van polio op handen en voeten rond kruipen doorgaans als minderwaardig beschouwd en behandeld. Op het moment dat ze de kans krijgen rechtop te leren lopen met beugels en krukken, stijgt hun aanzien.
Zijn rolstoel of zijn krukken heeft hij haast niet willen gebruiken.
Op zes plaatsen in het land organizeert Handicap International (HI) een atelier waar protheses, rolstoelen en krukken worden gemaakt.
In de tuin van de kuurzaal speelde een orkest, zoals het hoort, en de leeftijd van het publiek, dat zich zelden zonder stok, kruk of rolstoel voortbewoog, lag niet onder de zeventig jaar.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
kruk 3.0
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 5.0 : 3.0 |
---|
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een kruk…
is een handgreep; is een deel; is een zaak
- [Omvang concreet] kan met de hand vastgehouden worden
- [Vorm] is rond of langwerpig
- [Geheel] zit aan een deur
- [Functie] dient om de deur open te kunnen maken
- [Beweging] kan soms aan getrokken worden, zodat de deur opengaat, en kan vaak gedraaid of soms naar beneden geduwd worden, waardoor de deur uit het slot gaat
- [Onderscheid of tegenstelling] is meestal ronder, beweegt vaak net anders (trekken en/of draaien) en is soms wat ouderwetser dan een deurklink, alhoewel kruk ook voor klink gebruikt wordt
Algemene voorbeelden
Robert krabbelt aan de keukendeur. Vera hoort dat niet. Met twee handen moet ik de kruk tegen de wind vasthouden. De hond duwt direct zijn koude neus in mijn uitgestrekte handen.
De werkvrouw had de sleutel van de voordeur, de enige zonder kruk.
Combinatiemogelijkheden
als object bij een werkwoord
- de kruk omdraaien
- de kruk op slot draaien
- de kruk naar beneden drukken
- de kruk omlaag drukken
- de kruk naar beneden duwen
Velge draaide de koperen kruk om en duwde de deur open.
Hij liep naar de deur van de hut, trok aan de kruk en draaide hem op slot.
Niels was bij de deur en drukte met zijn elleboog de kruk naar beneden.
Hij deed behoedzaam een stapje achteruit, drukte met de toppen van zijn vingers de kruk omlaag en gaf toen de deur met zijn voeten een zetje.
Dürrinck drukte de kruk omlaag en opende voorzichtig de voordeur.
Achter de deur van de logeerkamer hoorde Niel geen enkel geluid. Hij wachtte, duwde voorzichtig de kruk naar beneden.
met adjectief ervoor
- de bronzen kruk
- de houten kruk
- de koperen kruk
Toen de heren uiterst langzaam bij de dubbele deur van de ridderzaal gekomen waren, drukte premier Lévy als gastheer de bronzen kruk persoonlijk omlaag en nodigde de groep uit, naar binnen te gaan.
Hij vatte de houten kruk en draaide die langzaam terug. En toen, met een wilde trap, schopte hij de deur open en stormde met een woeste kreet naar binnen.
Velge draaide de koperen kruk om en duwde de deur open.
met voorzetselgroep
Voorzetsel: van
- de kruk van de badkamerdeur
Hij zou het haar niet kwalijk nemen en met een gevoel van hervonden jeugd drukte zij de kruk van de badkamerdeur naar beneden.
in voorzetselgroep
- aan de kruk trekken
- aan de kruk voelen
- aan de kruk wrikken
Hij liep naar de deur van de hut, trok aan de kruk en draaide hem op slot.
Hij zal in een telefooncel Evelyne opbellen om te zeggen dat hij later komt, en nu nog even voelen aan de kruk, de kruk beweegt niet, dus is de deur goed gesloten, nog één keer de kruk proberen en dan kan hij vertrekken, maar op de overloop bedenkt hij zich en keert op zijn passen terug, gaat weer aan de deurkruk voelen, nu moet ik glimlachen, denkt hij, spotlachen om mijn onzekerheid, en een deuntje fluiten.
Hij voelde zachtjes aan de kruk. Zij gaf mee. De deur was niet afgesloten. Met zijn hand aan de kruk realiseerde hij zich plotseling hoe Jan Brets was gestorven.
'Tabee, Phinus.' Ze wrikt aan de kruk. Ze trekt en ze duwt. Ten slotte gooit ze, met een verwensing, haar hele gewicht tegen het paneel.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
kruk 3.1
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 3.0 : 3.1 |
---|
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een kruk…
is een handgreep; is een deel; is een zaak
- [Omvang concreet] kan met de hand bediend worden
- [Vorm] is een langwerpig hendeltje
- [Constructie] bevindt zich vaak in een soort uitsparing (zodat de kruk vast te pakken is) in de autodeur
- [Materiaal] is van plastic of is gemaakt van hetzelfde materiaal als de buitenkant van de auto
- [Geheel] is een deel van een autodeur
- [Functie] dient om de auto open te maken
- [Plaats] bevindt zich zowel aan de buitenkant van de auto als aan de binnenkant
Algemene voorbeelden
Ze keek naar het portier en zag de kruk. Ze dacht niet dat het portier afgesloten was, maar ze leunde er al zo hard tegenaan dat ze betwijfelde op ze het open kon krijgen. En zelfs dan, was het niet vreselijk om de warmte van de auto te moeten verlaten op een avond als deze?
En wat voor auto! De achterdeurtjes worden met bagagespinnen dichtgehouden, de deur bij de bestuurdersplaats heeft geen raam en geen kruk, de bumper is, voorzover hij kan zien, opgekruld.
Combinatiemogelijkheden
als object bij een werkwoord
- de kruk grijpen
Over de stoep liep een driftig tikkende mevrouw naar de auto van Niel. Zij greep de kruk, rukte het portier open, deed hetzelfde met de andere zijde, zodat én het trottoir én de rijweg versperd werden.
De man liep naar de Fiat, greep de kruk van het linkerportier en opende het.
met voorzetselgroep
Voorzetsel: van
- de kruk van het autoportier
- de kruk van het linkerportier
- de kruk van het portier
Minutenlang legt hij zijn hand op de kruk van het autoportier.
De man liep naar de fiat, greep de kruk van het linkerportier en opende het.
Wanhopig achter zich tastend trok ze aan de kruk van het portier, terwijl Donatella haar arm naar achteren trok om weer uit te halen. Het portier schoot open, en ze viel op haar rug uit de PT Cruiser.
in voorzetselgroep
- op de kruk
Ze stopte haar rozenkrans in haar handtas en liet haar lichaam langzaam maar zeker ontspannen, vooruitlopend op het moment waarop ze langzamer zouden gaan rijden, haar hand op de kruk om het portier te openen, de auto eindelijk voor het huis.
Hij omklemde haar bovenarm, opende het portier en legde haar hand op de kruk. 'En nou gewoon effe zachies dichtdoen.'
Minutenlang legt hij zijn hand op de kruk van het autoportier.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
kruk 4.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een kruk…
is een persoon
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is (vaak - maar niet uitsluitend - fysiek) onhandig; is vaak stijf
- [Geslacht] is een man of een vrouw
- [Ongewone of afwijkende eigenschap of hoedanigheid] kan niet goed meekomen met iets
Algemene voorbeelden
Zelfs mijn astma was geen excuus, de gymleraar zei dat het helemaal niet erg was dat ik langer over een onderdeel deed. Lief van hem, maar ik was graag op een positievere manier opgevallen in de klas dan als de kruk die overal achteraan hijgde, hoogtevrees had, geen bal kon vangen en tegen de toestellen als de brug en de bok aan hing als een gestrande walrus, jaloers op al die leuke, vlotte meisjes die daar als een hinde overheen hupsten.
"Het lolligst" zei Dudok altijd "is het amateurtoneel; beter een enthousiaste kruk dan een teleurgesteld vakman."
'Wat verbeeld jij je wel, klein elitair rotjongetje met je lijstje vol negens? Jij gaat eerst maar eens fijn loten, want jij hoeft helemaal niet méér kans te hebben op een universitaire studie, dan een kruk die vijven en zesminnetjes op z'n eindexamen heeft gehaald.'
Combinatiemogelijkheden
als object bij een werkwoord
- zich een kruk voelen
Wat voel ik me een kruk als ik de ranke meisjes van Dynamo-Roosendaal in de weer zie met hun roze, paarse en lila linten in de gymzaal van de Josephschool.
Ik ben ooit na 11 jaar pauze weer begonnen en voelde me wel weer een kruk.
met koppelwerkwoord
- ergens een kruk in zijn
Er dient bij gezegd dat Lewedorp zich over het algemeen ver boven smalltalk verheven voelde, en er dan ook een enorme kruk in was.
- een kruk zijn
'Wat is nou het ergste dat je dwars zit?' "Mezelf, ik heb niets van mezelf gemaakt. Ik ben een kruk."
met ander, nevengeschikt substantief
- de kruk, het kalf, de knoeier
- een stijve hark en een kruk
Wat kon zij voor een vrouw zijn, als zij mij bewonderde? Ik, de kruk, het kalf, de knoeier. De impotente kwal.
Ze viel en brak haar arm. Marjan was altijd al een stijve hark en een kruk wat motoriek betrof, net als haar leptosome moeder.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
kruk 5.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een kruk…
is een deel; is een zaak
- [Omvang concreet] kan met de hand vastgehouden worden
- [Vorm] is langwerpig of soms gerond
- [Constructie] is dwars op een voorwerp bevestigd
- [Geheel] zit aan een voorwerp vast
- [Functie] dient om een voorwerp vast te kunnen pakken en vaak om dit te kunnen bewegen
Algemene voorbeelden
De houtsnijpasser is een handwerktuig dat hoofdzakelijk door kuipers gebruikt werd om spongaten en de gaten die in een tobbe als handvat dienen, te boren. Hij bestaat uit een metalen staafje van 15-20 cm met een kruk van ca. 10 cm aan een uiteinde en al dan niet met een boorijzer aan het ander.
Hij is fysisch en vestimentair, - Spaans edelman in het zwart, zwarte wandelstok met zilveren kruk - niet veranderd en gooit, klassiek gebaar, beide armen in de lucht.
De centerboor wordt door een booromslag in beweging gebracht, de schulpboor door een kruk, de lepel-, tand-, schroef-, slinger- en spiraalboor door een booromslag of een kruk.
Combinatiemogelijkheden
met telwoord ervoor
- twee krukken
Het amazonezadel, meestal dameszadel genoemd, is een groot plat zadel met twee krukken erop, die wat rond zijn.
Vaste verbindingen
Woordfamilie
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
Als deel van een samenstellende samenstelling
kruk 6.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een kruk…
is een deel; is een zaak
- [Uiterlijk] steekt uit
- [Deel] is verbonden met een stang (een drijfstang)
- [Geheel] is een deel van een as (een krukas)
- [Functie] is cruciaal voor het omzetten van een roterende beweging in een op en neer gaande beweging (bv. in een zaagmolen) of omgekeerd (zoals in een auto, van de zuigers naar de wielen)
Algemene voorbeelden
De krukas zet de op-en-neerbeweging van de zuigers om in een draaibeweging voor de wielen. Een krukas is een ronde staaf met daarop één of meerdere uitsteeksels (krukken) die in verbinding staan met de bewegende zuigers. Als de zuiger beweegt, wordt de kruk weggeduwd en gaat de krukas draaien.
Hierdoor ontstaat een heen en weer gaande beweging van de zuiger en zuigerstang, die d.m.v. een drijfstang is verbonden met de kruk van de drijfas, die de zuigerbeweging omzet in een draaiende beweging van de drijfas. Doordat de krukken op de drijfas aan de ene zijde van de loc 90 graden verdraaid staan t.o.v. de andere zijde van de loc, zal de gehele loc uit zichzelf aanlopen en een gelijkmatige gang hebben.
Het idee van de krukas in windmolens werd vanzelfsprekend overgenomen, zonder dat Corneliszoon daarvoor enige vergoeding ontving. Daarom vroeg hij voor de toepassing van de as met meerdere krukken octrooi aan, dat hij op 6 december 1597 kreeg voor een periode van tien jaar.
De krukas wordt in beweging gebracht door de molen. Aan de krukas hangen de zaagramen [...]. In het geval van een drieslags-krukas zijn de krukken onderling in een hoek van 120 graden ten opzichte van elkaar geplaatst. Daardoor wordt een gelijkmatige krachtsverdeling bereikt. Aan elke kruk hangt een drijfstang (wijfelaar of kolderstok) die aan de onderkant is verbonden met het zaagraam.