kutwijf 1.0
(vulgair; beledigend)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een kutwijf…
is een vrouw; is een persoon
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is, althans in de ogen van iemand anders, afschuwelijk
- [Waardering] wordt geminacht
Algemene voorbeelden
Mijn moeder werd opgevoed door haar grootouders van vaderskant, in haar eigen woorden de twee slechtste mensen sinds Attila de Hun en diens tweede vrouw Anapurcha, die volgens de overlevering inderdaad een kutwijf van jewelste was.
'En ik kan je zeggen, Fazio,' ging hij door, 'dat ik in m'n leven al heel wat kutwijven heb ontmoet. M'n moeder was een kutwijf, en alle andere wijven ook.' 'Hoezo was je moeder een kutwijf, Willy?' zei ik.
Jezus, wat een kutwijf ben jij toch.
'Welnu,' zei Willy, 'ze was zo'n kutwijf omdat ze op feestjes nooit toastjes met paté maakte.'
'Die verpleegster kan m'n kloten kussen,' zei Willy. 'Zelden zo'n kutwijf ontmoet.'
'Zullen we gaan?' 'Ja, goed. Fons zei dat ik je met de Fiat Croma moet brengen. Dan word je er misschien toch van overtuigd om 'm te kopen.' 'Nee, ik heb liever m'n Ford Escort terug. Fons zal 'm toch nakijken, Anita? Dat heeft hij beloofd.' 'Ja ja, hij zal 'm nakijken [...].' Het kutwijf leek ineens uit haar humeur. Met haar Fiat Croma. Als ik m'n Escort terug wil, dan wil ik 'm toch zeker wel zo snel mogelijk terug.
Combinatiemogelijkheden
als object bij een werkwoord
- iemand een kutwijf vinden
VISSERIJ. Wacht even, hoor. Zei hij net niet, dat 'ie z'n zus zo leuk vond? VEETEELT. Ja, verdomd. En nou vin je d'r opeens een kutwijf? Da's raar.
Ondertussen krijgt Armin herrie op school, heeft de juffrouw uitgescholden voor kutwijf. Ik ga met haar praten en vind het ook een kutwijf.
met adjectief ervoor
- een ongelofelijk kutwijf
- een ongelooflijk kutwijf
- een smerig kutwijf
- een verschrikkelijk kutwijf
Laat ik het erop houden dat het een verschrikkelijk kutwijf is.
Misschien ben ik wel een ongelofelijk kutwijf.
Wat een smerig kutwijf ben jij, wat een gore stoephoer, gadverdamme.
Als ze sinds hij haar kende niet continu zo'n ongelooflijk kutwijf was geweest zou hij haar zoals ze nu was wel weer 'ns aan een matras willen laten kleven.
in voorzetselgroep
- iemand voor kutwijf uitschelden
Ondertussen krijgt Armin herrie op school, heeft de juffrouw uitgescholden voor kutwijf.
Nou lijd ik toch al aan telefoonangst (behalve die keer dat ik de moeder van Marianne voor 'kutwijf' uitschold, dat voelde goed), maar erger dan nu kan niet.
met aanwijzend voornaamwoord
- dat kutwijf
Zijn oudste zuster die tierend speeksel op een stomende strijkbout spoog, razend omdat ze als vrouw ter wereld was gekomen, waardoor dat kutwijf dat ze moeder moest noemen het kutrecht had haar als een slavin elke week die enorme kutwas te laten strijken.
'Smeerlap! Klootzak! Bedrieger!' 'Stomme trut! Hysterische trut! Sorry dat ik het zeg!' 'Ga dat kutwijf van een Vera neuken! Dat doe je toch zo graag!'
Evert, Henkie, Thor zelf en dat kutwijf van hem, die Liesbeth.
Liever een macho dan een sukkel. Liever zijn Anna dan dat kutwijf met wie Reynders was getrouwd.
Boos, woedend zou ze moeten zijn. Op dat kutwijf Mara? Ze had te laat in de gaten dat er echt iets mis was, ze heeft Saar uitgeput met rekentaken en haar angst aangejaagd om kinderachtig te zijn, om te klagen.
kutwijf 1.1
(vulgair; beledigend)
Algemene voorbeelden
En nu is het afgelopen, kutwijf! Tieft een heel eind op met je debiele gezwets uit die gore, tandeloze rotbek van je en loop hier niet in je volgepiste stinkbroek te graaien met die handjes alsof je je vibrator kwijt bent, want zelfs een kameel zou je niet meer terugvinden in die aangekoekte lubberkwabben met holstrontverklontering en reetketelsteen.
Johan briest. De kleur is uit zijn gezicht weggetrokken ]...]. 'Met jou valt gewoon niet te leven, je bent een ijskast, een baal aardappelen, een rotte vis.' Ellen is opgestaan [...]. Ellen knikt naar Zoon, naar Vader, en stapt naar de uitgang [...]. Hoestflarden en geschuifel kondigen de nadering van Vader aan. Hij laat zich zakken op een stoel tegenover Johan. 'Kutwijf,' zegt deze.
Hij werpt zijn lijf in verticale stand, kijkt me minachtend aan en schampert: "Kutwijf, je denkt toch niet dat..." De zin kan hij niet afmaken. Mijn hand vliegt over de theepot en raakt hem met een venijnige pets op z'n linkerwang, ik pik dit niet langer.