rotwijf 1.0
(beledigend)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een rotwijf…
is een vrouw; is een persoon
Algemene voorbeelden
'Ik vind dat zo'n enorm naar, achterbaks, rotmannetje. Ik heb enorm de pest aan hem. Aan dat wijf ook wel, dat is een rotwijf, maar vooral aan dat mannetje. Ik weet niet waarom.'
Wat een rotwijf zeg. Eerst zit ze met d'r Surinaamse smoel poeslief te lachen en me uit te nodigen met die priemende tieten van haar. Ben ik eenmaal binnen gaat het alleen maar over geld en als we eruit zijn, ik zou haar 100 piek betalen, grijpt ze in m'n portemonnaie en haalt er zelf waar ik notabene bij sta nog eens 125 ballen uit.
'Besef je wat je zijn vrouw aandoet?' 'Ze weet het toch niet.' 'En als ze het wist?' Anna nam de kers van het gebakje, hield hem voor haar mond en zei: 'Ik zou niet meer of minder van hem houden en wat Penny ervan vindt, zou me niet kunnen schelen, het is een rotwijf.'
Combinatiemogelijkheden
met aanwijzend voornaamwoord
- dat rotwijf
Dat rotwijf van 'm zal er wel met de centen vandoor gaan.
'Dat rotwijf, ze vroeg erom,' zei hij driftig.
'Ik zag haar staan en dacht: daar is dat rotwijf.'
Toen dat rotwijf 's avonds weer begon te gillen heeft ie d'r de kop afgezaagd.
Pas toen we thuis waren en ze in vaders leunstoel hijgend neerzakte zei ze: dat rotwijf met altijd d'r praatjes.
Terwijl de klauhamer naast de soldaat neerknielde om hem nauwkeurig te raken, was de meid snel overeind gekrabbeld, had haar jas van de grond gegrist en was met wilde bewegingen tegen de helling opgeklauterd. 'Hou dat rotwijf tegen, vlug!' schreeuwde de klauhamer, met gesmoorde stem.
rotwijf 1.1
(beledigend)
Algemene voorbeelden
Het gejank van het wijf houdt pas op als een kamerjongen een zwarte jurk brengt. Het wil meteen naar het toilet. Geen sprake van, rotwijf, geen ogenblik laat ik jou alléén.
Ik sta op, ga naar haar toe, zonder te weten wat ik zal doen tot ik voor haar sta. Dag Anja, zegt ze witjes. Sodemieter op, schreeuw ik. Verdwijn. Blijf uit mijn buurt. Rotwijf, je hoort hier niet.
'Een ongeluk? Je hebt godverdomme zijn hersens vermorzeld, rotwijf!'
De serveerster vraagt: "espresso of cappuchino?" Waarop de stotteraar antwoordt: "r-r-r-rotwijf!"
Ik zie Anna komen met een paar vrouwen van haar groep, ze gaat vlak bij me staan. Ik zweet, tril, knijp mijn kopje bijna fijn. Rotwijf, zit ik te mompelen. Wat zou je eigenlijk willen doen? vraagt Rita therapeuties. D'r rotsmoel in elkaar timmeren, zeg ik onredelijk.
Eerst zagen we niet veel, maar toen kwam er een groenteboer die zijn paard naar de stal bracht. Een brave man, dachten we, gewoon een met mismaakt grote handen, maar opeens gaf hij dat paard een pets op zijn kont en riep hard in de nacht 'rotwijf!'... en toen waren we daar ook weer thuis.
Bij de eerste zonnestralen zou ik haar eruit gooien. Rotwijf.
Ik zie hoe een van hen een oude vriend van haar die ze stralend in de armen valt als er verder niemand in de buurt is, plotseling verloochent als ze met haar vriendinnen in de kroeg komt en hij zit daar lachend op haar te wachten en ze loopt straal langs hem heen, zonder zelfs een knikje. Rotwijven, denk ik, alsof vrouwen feministies worden door ze het pistool op de borst te douwen.