l.c. 1.0
(wetenschap; media, communicatie en telecommunicatie; (vooral) geschreven taal)
Algemene voorbeelden
Wanneer twee referenties naar dezelfde bron niet vlak na elkaar staan, herhaalt men de auteurs en volgt de nieuwe paginavermelding na de afkorting l.c. of o.c. De afkorting l.c. staat voor loco citato en wordt gebruikt bij referenties naar bijdragen in een volledig werk, zoals artikels in een tijdschrift, bijdragen in een verzamelwerk, liederen op een cd.
Voor alle langere teksten (meer dan vier bladzijden in gedrukte vorm) is deze verkorte verwijzing naar literatuur in de voetnoten aan te bevelen. Dit verwijssysteem verdient sterk de voorkeur, omdat het ruimte spaart en omdat het achter de hoofdtekst een handzaam overzicht biedt van door de auteur geraadpleegde literatuur. Zoals hierboven aangegeven, wordt daarmee ook de wetenschappelijke basis van de juridische tekst blootgelegd. Hanteert men deze verkorte verwijzingsvorm, dan kan men des te gemakkelijker verwijzingen als a.w., t.a.p., o.c., l.c. e.d. vermijden. Men behoeft bij meermalen vermelde literatuur niet steeds de volledige bibliografische gegevens te vermelden en toch zet men de lezer niet onnodig aan het zoeken.
Een van onze uitgangspunten is het gemak van de lezer. Wees informatief, maar maak het niet nodeloos ingewikkeld. Vermijd verwijzingen die de lezer aan het zoeken zetten. Aanduidingen zoals a.w., o.c., t.a.p., l.c., ibidem en dergelijke zijn gebruikersonvriendelijk.
Het gebruik van schrijfafkortingen is al oud. Zo werden en worden er bijvoorbeeld van oudsher veel Latijnse afkortingen gebruikt in de internationale wetenschappelijke taal bij het citeren en verwijzen naar boeken: id. (idem), i.v. (in voce), l.c. (loco citato), op.cit. (opere citato), s.a. (sine anno), s.l. (sine loco), s.l.e.a. (sine loco et anno), s.v. (sub voce).
Verkort citeren is eventueel toegestaan, maar de afkortingen ibid., o.c. of l.c. worden in geen geval gebruikt.