lammergier 1.0
zeer grote gier met een witachtige of bruingele kop met daaronder een kransje, een
'baard', van donkere, meestal bruinachtige veren, en een witte borst die hij gewoonlijk
met rode klei insmeert, en waarvan lange tijd gedacht werd dat hij jacht maakte op
lammeren en kinderen
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een lammergier…
is een gier; is een vogel; is een dier
- [Afmeting] is 100 tot 115 cm lang
- [Geluid] maakt meestal geen geluid, maar brengt in de broedtijd schrille fluittonen voort
- [Kleur] heeft, in volwassen staat, een witte, witachtige of bruingele kop, een witte kin, borst en poten die hij meestal insmeert met rode klei of met modder, een kransje, een 'baard' van donkere, meestal bruinachtige, veren onder zijn kin en grote grijze vleugels en een grijze staart
- [Deel] heeft een behaard hoofd
- [Plaats] leeft in berggebied
- [Woongebied] komt voor in Afrika, Azië en Zuid-Europa, maar is in Europa een bedreigde soort
- [Leeftijd] kan 45 jaar oud worden in gevangenschap, maar wordt gemiddeld 21 jaar oud
- [Beweging] komt moeilijk van de grond maar kan, eenmaal in de lucht, minutenlang voorwaarts en achterwaarts zweven en cirkelen, waarbij hij zijn vleugels niet of nauwelijks gebruikt
- [Gedrag] laat beenderen van grote hoogte vallen om die te breken; voedt zich met karkassen van dode dieren, maar eet daaruit vooral het beenmerg en kan gehele botten verteren; broedt op rotsen en legt een of twee eieren; smeert zijn kin, borst en veren op de poten in met modder of rode klei;
- [Onderscheid of tegenstelling] heeft, in tegenstelling tot andere gieren, geen kaal hoofd
- [Voorstellingswijze] werd lange tijd als gevaarlijk gezien omdat hij jacht zou maken op lammeren en kinderen
Wetenschappelijke naam: Gypaetus barbatus
Rijk | Animalia; Dieren |
---|---|
Stam | Chordata; Chordadieren |
Klasse | Aves; Vogels |
Orde | Accipitriformes |
Familie | Accipitridae; Havikachtigen |
Geslacht | Gypaetus |
Soort | Gypaetus barbatus |
Algemene voorbeelden
De lammergier, expert op het gebied van "afvalverwerking", heeft een voorkeur voor beenderen, die hij volledig doorslikt en verteert.
De lammergier vestigt zijn immens grote territorium op de meest afgelegen plekken binnen het hooggebergte.
De lammergier (Gypaetus barbatus) broedt op steile rotsen in Zuidelijk-Europa, Afrika, India en Tibet. Het vrouwtje legt een of twee eieren in midden winter en de eieren komen uit in het begin van de lente.