landverrader 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een landverrader…
is een persoon
- [Tijd] wordt vooral genoemd in verband met de Tweede Wereldoorlog en met de Politionele Actie
- [Activiteit of handeling] heult met de vijand bij een internationaal conflict; collaboreert met de vijand op militair gebied en op andere manieren
- [Gevolg of resultaat] werd vaak na het conflict gevangengezet of geëxecuteerd
- [Waardering] wordt gehaat en veracht
Algemene voorbeelden
Onschuldige jongemannen verborgen zich in de struiken uit angst te worden opgepakt en voor landverrader door te gaan terwijl ze amper wisten welk land ze daarvoor moesten verraden.
Oorlogskinderen werden zij genoemd wier ouders of familie NSB'er waren, als pro-Duits of deutschfreundlich gebrandmerkt stonden, verkeerd waren, fout waren, landverraders werden genoemd of verdacht werden van collaboratie met de Duitsers.
Pogingen om een gesprek te arrangeren tussen Princen en de veteranen die tegen zijn komst protesteerden, stuitten af op principiële bezwaren van hun kant. Je praat niet met een landverrader.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
landverrader 2.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een landverrader…
is een persoon
- [Activiteit of handeling] verzet zich tegen de instellingen, de gebruiken of de heersende politieke zeden in zijn land
- [Waardering] wordt door de heersende machthebbers en hun aanhangers gebrandmerkt als een vijand van het land zelf
Algemene voorbeelden
Wie van deze politieke lijn afwijkt is dan immers geen goede vaderlander, geen ware volksgenoot, wel een landverrader of een volksvreemde, en dreigt een paria te worden in het politieke proces.
De stroom aan obscurantisme, die vervolgens over het Republikeins Genootschap werd uitgestort, bewees dat er in Nederland nog steeds geen verstandige discussie over het voor en tegen van de monarchie te voeren viel. Er werd gesproken over een 'duister stel' (premier Wim Kok), van 'landverraders' (zanger Gerard Joling), van een verzameling 'angsthazen' (Algemeen Dagblad) respectievelijk 'van een stel alcoholische lolbroeken dat thuis niets te vertellen heeft' (De Telegraaf).