leaser


leaser 1.0

iemand die iets huurt per contract voor een bepaalde tijd, soms met koopoptie na afloop van de huurtermijn; iemand die iets leaset

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een leaser…

is een persoon

  • [Activiteit of handeling] leaset iets; huurt een consumptieartikel voor een bepaalde tijd
  • [Betrokkene] huurt iets van een eigenaar
  • [Object betroffen] huurt meestal een duurzaam consumptieartikel, bv. een auto of laptop, soms met inbegrip van bepaalde diensten, bv. onderhoud
  • [Recht] heeft meestal met een leaseovereenkomst afgesloten met de eigenaar
  • [Voorwaarde] betaalt maandelijks een bedrag tot het einde van de overeenkomst; heeft vaak een koopoptie na afloop van de huurtermijn

Algemene voorbeelden


De Provinciale Hogeschool Limburg trekt voor honderd procent de draagbare ict-kaart. Alle eerstejaars studenten leasen of lenen er vanaf dit jaar een laptop. Leasers zijn in drie jaar tijd een laptop rijker, de hogeschool betaalt mee.

http://www.klasse.be/archieven/archieven.taf?actie=detail=7949

'Vooral het instorten van de IT-markt heeft een klap gegeven,' meent De Rooij. 'Daar zag je louter Volkswagens rijden. Veel leasers zijn afgehaakt of wachten langer met het inruilen van hun auto.'

de Volkskrant,

Woordfamilie


Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen